Type a search term to find related articles by LIMS subject matter experts gathered from the most trusted and dynamic collaboration tools in the laboratory informatics industry.
Een overstroming is een gebeurtenis waarbij een aanzienlijke hoeveelheid water uit een meer, rivier of zee plaatsen bereikt die normaal gesproken niet onder water staan. Indien dit ernstige vormen aanneemt, spreekt men door de verwoestende uitwerking ook wel van watersnood of ramp. Land dat door een overstroming definitief verloren gaat, noemt men wel verdronken land. Overstromingen kunnen voor de natuur en de landbouw ook positieve effecten hebben.
In Nederland en omliggende landen worden overstromingen vooral veroorzaakt door de Noordzee, die door storm wordt opgestuwd, waardoor dijken kunnen doorbreken. Combinatie met een springtij en/of hoge waterstanden in de benedenloop van de grote rivieren kan dit effect nog versterken. Bij de laatste grote stormvloed, de Watersnood van 1953, had de combinatie van een langdurige zware noordwesterstorm en een springvloed rampzalige gevolgen. Het overstromingsrisico kan worden vastgesteld met behulp van modellen.
Extreme regenval in de bovenstroomse gebieden of veel smeltwater uit de Alpen kan leiden tot wateroverlast. Omdat in laaglanden dikwijls een rivierlandschap wordt gevormd waarbij de rivieren van nature overstromen, beschermden mensen zich van oudsher met dijken. Maar ook langs de rivieren zijn regelmatig dijken doorgebroken. Naast hoogwater kunnen ook andere oorzaken tot overstromingen leiden, zoals dijkverzakkingen door langdurige droogte. In tegenstelling tot een overstroming door zeewater loopt het rivierwater in hoger gelegen gebieden na verloop van tijd vanzelf weer weg, maar kan ondertussen voor veel schade en overlast zorgen. In lagergelegen gebieden moet water uit laaggelegen polders worden weggepompt.
In stedelijke gebieden kunnen overstroming worden veroorzaakt of verergerd door de grote hoeveelheid verharding. Verharding zorgt er namelijk voor dat dat het regenwater niet kan infiltreren, met als gevolg een hoge afstroming via het oppervlak, die op zijn beurt mogelijk groter is dan de lokale afvoercapaciteit.[1]
Ook door hevige regenval in bergachtige gebieden kunnen ernstige overstromingen optreden in lager gelegen dalen. Onder sommige omstandigheden kan ook het snel smelten van sneeuw op bergen leiden tot overstromingen.
In tropische landen kunnen overstromingen ontstaan door enorme regenval tijdens de moesson. In bijvoorbeeld Bangladesh zijn hierdoor verschillende rampen geweest (onder andere in 1989 en in 2004). Zeebevingen kunnen leiden tot tsunami's, vloedgolven die grote schade aanrichten zodra zij een kust raken. En in 2006 kreeg Oost-Java te maken met een modderstroom van extreme omvang. Hierbij begon de modder uit de grond te stromen na een boring.
Ook kan een gebied door menselijk ingrijpen opzettelijk onder water worden gezet, dit heet inundatie. Er kunnen hier verschillende redenen voor zijn.
Niet elke overstroming is een kwalijke zaak. Het waterniveau in natte natuurgebieden is zelden constant, maar vertoont zowel seizoenschommelingen als onregelmatige veranderingen, bijvoorbeeld door het afsmelten van wintersneeuw in de bergen of door regenval. Er bestaan ook langere cycli die tientallen jaren duren. In feite zijn regelmatig terugkerende overstromingen van rivieroevers en kustgebieden de natuurlijke toestand, die door menselijke activiteit (dijken en vooral stuwdammen) wordt onderbroken. In de Verenigde Staten zijn er rond 2020 naar schatting 75000 grote dammen (meer dan 8 m) en 2,5 miljoen kleinere.[2]
Veel planten in natte gebieden hebben een lage waterstand nodig om zich met zaden voort te planten. Veel bomen hangen van vissen af voor de verspreiding van hun vruchten. Sommige soorten amfibieën planten zich alleen voort in tijdelijke plassen, en sommige waadvogels profiteren van de concentratie aan vis in een uitdrogende poel. Een afwisseling van droge periodes en overstromingen is in dergelijke gebieden essentieel voor de biodiversiteit.[2]
Ook menselijke activiteit kan zich aanpassen aan, of zelfs voordeel halen uit overstromingen. Een bekend voorbeeld is de Oud-Egyptische beschaving die ontstond uit de landbouw in het periodieke overstromingsgebied van de Nijlvallei.
Een overstroming kan het gevolg zijn van een hoge waterstand op zee (stormvloed) of door extreem hoog water. Door Elisabeth Gottschalk is een gedetailleerd overzicht gemaakt van de Nederlandse overstromingen van voor 1700.[3]
In Nederland hebben sinds de Middeleeuwen vele watersnoden vanuit zee plaatsgevonden. Velen kregen de naam van de heilige wiens dag het die dag was. Vandaar dat ook meerdere vloeden dezelfde naam hebben meegekregen. Een selectie van de jaren waarin stormvloeden hebben plaatsgevonden: 838 · 1014 · 1042 · 1134 · 1163 · 1164 · 1170 · 1196 · 1212 · 1214 · 1219 · 1220 · 1221 · 1248/1249 · 1277 · 1280 · 1282 · 1287 · 1288 (I) · 1288 (II) · 1322 · 1334 · 1362 · 1374 · 1375 · 1377 · 1404 · 1421 · 1424 · 1468 · 1477 · 1509 · 1514 · 1530 · 1532 · 1552 · 1566 · 1570 · 1610 · 1651 · 1675 · 1682 · 1686 · 1703 · 1717 · 1825 · 1877 · 1906 · 1916 · 1953 · 2006.
Langs de grote rivieren braken ook vele malen dijken door. Tussen 1750 en 1800 alleen al 152 keer. Na de oprichting van het 'Bureau voor den waterstaat' (het huidige Rijkswaterstaat) in 1798 nam die frequentie snel af. Sinds het einde van de achttiende eeuw hadden de grote rivieren acht keer te maken met hoge waterstanden. Zes keer leidde dat tot grote dijkdoorbraken en overstromingen. Dijkdoorbraken in het rivierengebied na 1780:
In 1993 zorgde hoogwater in Nederland op verschillende plaatsen langs de grote rivieren - hoewel er geen dijken doorbraken - voor veel overlast. In 1995 volgde weer een hoogwatergolf. Dit was de hoogste sinds 1926. Omdat getwijfeld werd aan de stabiliteit van de dijken, werden in januari 1995 in één week tijd circa 250.000 mensen geëvacueerd, en ook de complete veestapels van de boeren in het gebied. Toen na enige dagen het water daalde en er geen dijken bezweken waren kon men weer terugkeren. Voor meer informatie zie het artikel Evacuatie van het Rivierenland.
Naast brandweer en leger werden in 1993 (17) en 1995 (60) gespecialiseerde eenheden met reddingsvlet en getrainde bemanning van Reddingsbrigade Nederland (KNBRD) opgeroepen en ingezet voor evacuatie en hulpverlening in de overstroomde gebieden.
Hevige regenval heeft onder meer in 1998 voor wateroverlast gezorgd.
In juli 2021 zorgde hevige regenval in het Nederlands-Duits-Belgische grensgebied voor overstromingen van (onder andere) de Geul, de Gulp en de Roer. Het KNMI gaf voor het eerst een weeralarm code rood af voor regenval (meer dan 75mm in 24 uur). Lokaal viel er in Limburg meer dan 150 mm en stroomopwaarts langs de Maas in België meer dan 200 mm. Ook in Luxemburg, Noordrijn-Westfalen en Rijnland-Palts viel zeer veel regen en waren er overstromingen. De Maas bereikte een recordafvoer,[4] vergelijkbaar met het hoogwater van 1993.[5] Het centrum van Valkenburg liep geheel onder water. Bewoners moesten met landbouw- en legervoertuigen geëvacueerd worden. In Roermond moesten honderden mensen hun huis uit vanwege de dreigende overstroming van de Hambeek, een zijriviertje van de Roer. De veiligheidsregio Zuid Limburg riep de Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdingsprocedure (GRIP) 4 af, de hoogste regionale rampenstatus. Defensie kwam te hulp met 4-tonners voor de evacuaties, en ook eenheden van de Nationale Reddings Vloot (NRV) van de reddingsbrigade kwamen vanuit het hele land in actie. De overstromingen zorgden ook in Duitsland en België voor grote verwoestingen in dorpen langs de rivieren, waarbij enkele honderden mensen om het leven kwamen of vermist raakten.
Kadebreuken zijn in Nederland veelal doorbraken van veendijken.
De Nederlandse regering heeft diverse malen onafhankelijke commissies ingesteld om zich te buigen over de bescherming van Nederland tegen overstromingen.
In 1965 is opgericht de Technische Adviescommissie voor de Waterkeringen naar aanleiding van de problemen na de kadebreuk bij Oostzaan.[7] Deze commissie is in 2005 opgevolgd door het Expertise Netwerk Waterkeren. Dit is in Nederland het platform van deskundigen op het gebied van beveiliging tegen overstromingen. Het ENW richt haar speciale aandacht op de benodigde kennisontwikkeling om Nederland in dit opzicht op langere termijn veilig en bewoonbaar te houden.
Om dijkdoorbraken beter te begrijpen zijn met opzet dijken doorgebroken. Dit gebeurde onder andere in 2007-2010 op de IJkdijk, een laboratorium waarin dijken werden gebouwd die men door overbelasting liet bezwijken. Sensorsystemen legden het hele proces vast. Het onderzoek naar de sensorsystemen zelf vormt de basis voor de ontwikkeling van een waarschuwingssysteem voor dijkfalen. In de periode 2018 tot 2022 liep een proevenserie naar dijkdoorbraak in de Hertogin Hedwigepolder.[8]
In 1994 is een doorbraakproef uitgevoerd op een zanddijk in het Zwin, op de grens van Nederland en België.[9]
Terwijl veel bedrijven en burgers denken dat ze verzekerd zijn tegen overstroming, bieden individuele verzekeraars hier anno 2021 geen volledige verzekering tegen. Wel bestaat er een vangnetregeling van de overheid, de Wet tegemoetkoming schade bij rampen (Wts). Op grond van de Wts wordt echter nooit een volledige schadevergoeding toegekend.[10]
Een aantal reeds bij Nederland genoemde overstromingen had ook effect in de Zuidelijke Nederlanden. Dit was vooral het geval wanneer de watersnood vertrekt vanuit de Noordzee, zoals onder meer het geval was voor de:
Daarnaast kunnen ook vermeld worden:
Ook de Duitse Noordzeekust heeft sinds de Middeleeuwen veel last van overstromingen en landverlies gehad. Ook hier zorgen rivieren die buiten hun oevers treden voor wateroverlast. Enkele recente overstromingen: