Infrastructure tools to support an effective radiation oncology learning health system
Inhoud
-
Top
-
1 Status
-
2 Geschiedenis
-
3 Geografie
-
4 Demografie
-
5 Bestuurlijke indeling
-
6 Bestuur en politiek
-
7 Russische militaire aanwezigheid
-
8 Mensenrechten
-
9 Economie
-
10 Verkeer en vervoer
-
11 Toerisme
-
12 Zie ook
-
13 Referenties
Geografie
| |
---|---|
Hoofdstad | Tschinvali |
Oppervlakte | 3.900 km² |
Coördinaten | 42°13'30"NB, 43°58'12"OL |
Bevolking
| |
Inwoners (2024[2]) | 56.692[1] (14,5 /km²) |
Religie | Orthodox |
Talen | Ossetisch, Russisch en Georgisch |
Politiek
| |
President | Alan Gaglojev (sinds 2022)[3] |
Overig
| |
Munteenheid | Russische roebel[4] Zarin[5] |
Tijdzone | UTC +4 |
Detailkaart
| |
Ligging Zuid-Ossetië in Georgië en detailkaart |
Zuid-Ossetië (Ossetisch: Хуссар Ирыстон; Choessar Iryston, Georgisch: სამხრეთ ოსეთი; Samchret Osseti, Russisch: Южная Осетия; Joezjnaja Osetija) is een bergachtig en dunbevolkt gebied in Georgië, aan de zuidkant van de Grote Kaukasus. Het is de facto een afgescheiden republiek onder de naam Republiek Zuid-Ossetië - Staat Alanië. Georgië refereert eraan met Tschinvali regio, en beschouwt het als onlosmakelijk onderdeel van zijn staatsgebied. Zuid-Ossetië grenst in het westen, zuiden en oosten aan centraal-Georgië en in het noorden aan de Russische deelrepubliek Noord-Ossetië-Alanië. Het heeft een oppervlakte van 3.900 km² en had op 1 januari 2023 volgens eigen tellingen 56.263 inwoners.
Zuid-Ossetië was tussen 1922 en 1990 een autonome oblast binnen de Georgische Sovjetrepubliek. Tijdens het uiteenvallen van de Sovjet-Unie werd in december 1990 de autonomie van de oblast door de Georgische Sovjetrepubliek ingetrokken, wat het Georgisch-Ossetisch conflict verder aanwakkerde en in een burgeroorlog uitmondde. Op 29 mei 1992 verklaarde de regio zich onafhankelijk als Republiek Zuid-Ossetië. Georgië verloor door de Russisch-Georgische Oorlog van augustus 2008 het laatste gezag over Zuid-Ossetië en beschouwt het gebied sindsdien als bezet door Rusland. Sinds deze oorlog erkennen vijf VN-lidstaten de onafhankelijkheid van Zuid-Ossetië.
De zelfverklaarde republiek is afhankelijk van politieke, financiële en militaire steun van Rusland. Er zijn naar schatting 5.000 Russische troepen permanent gestationeerd. Het Zuid-Osseetse separatistische leiderschap heeft regelmatig de intentie uitgesproken om de republiek te verenigen met Noord-Ossetië en op te laten nemen in de Russische Federatie.
Status
Georgië ziet Zuid-Ossetië als onlosmakelijk onderdeel van zijn staatsgebied. Het refereert eraan als 'Tschinvali regio',[6] vernoemd naar de hoofdplaats, die verder geen enkele bestuurlijke status heeft. Het gebied van de voormalige Zuid-Ossetische Autonome Oblast werd door de Georgische autoriteiten in 1995 bestuurlijk herverdeeld over diverse Georgische regio's. Op 29 mei 1992 bekrachtigde het separatistische leiderschap in Zuid-Ossetië het onafhankelijkheidsbesluit,[7] dat zowel door Georgië als de internationale gemeenschap niet werd erkend.
Na de Russisch-Georgische Oorlog van 2008 erkende Rusland op 26 augustus van dat jaar als eerste VN-lid de onafhankelijkheid van het gebied. Daarna volgden Nicaragua (2008),[8] Venezuela (2009),[9] Nauru (2009)[10] en in 2018 Syrië.[11] De Pacifische eilandstaat Tuvalu verklaarde in 2011 Zuid-Ossetië te erkennen, maar trok dit in 2014 weer in na het aangaan van diplomatieke relaties met Georgië.[12] Verder hebben alleen niet algemeen erkende separatistische republieken zoals Abchazië, Transnistrië, Artsach, Sahrawi Arabische Democratische Republiek en de Volksrepublieken Donetsk en Loegansk Zuid-Ossetië erkend als soevereine staat. Samen met Abchazië, Transnistrië en Artsach vormt Zuid-Ossetië de Gemeenschap voor democratie en rechten van staten.[13]
Aansluiting bij Rusland
Zuid-Ossetië heeft de wens tot aansluiting bij Rusland en het samengaan met Noord-Ossetië nooit onder stoelen of banken gestoken.[14] Dit speelde een belangrijke rol bij de ontstaansgeschiedenis van de Zuid-Ossetische Autonome Oblast in 1922, en kwam terug tijdens de val van de Sovjet-Unie. In januari 2014 werd in Zuid-Ossetië een referendum over vereniging met Noord-Ossetië en aansluiting bij Rusland aangekondigd, te houden tijdens parlementsverkiezingen in juni van dat jaar.
In 2016 werd door parlementsvoorzitter Anatoli Bibilov en president Leonid Tibilov afgesproken een dergelijk referendum na de presidentsverkiezingen van 2017 te houden.[15] Door gebrek aan interesse, urgentie en direct belang voor Moskou werd uitstel afstel.[16][17] Wel werd een referendum over naamsverandering parallel met de presidentsverkiezingen van 2017 gehouden. Daarmee veranderde de Republiek Zuid-Ossetië haar naam naar de 'Republiek Zuid-Ossetië - Staat Alanië',[18] dat een verwantschap met Noord-Ossetië-Alanië verder moest benadrukken.
Een voorstel in voorjaar 2022 van de toenmalige president Anatoli Bibilov voor een referendum voor aansluiting van Zuid-Ossetië bij Rusland werd niet uitgevoerd. Bibilov deed dit voorstel in aanloop naar de presidentsverkiezingen van 2022,[19][20] maar na de verkiezingen schrapte zijn opvolger Alan Gaglojev het referendum.[21]
Paspoortisatie
De meeste inwoners van Zuid-Ossetië verkregen vanaf eind jaren 1990 een Russisch paspoort door actief Russisch beleid.[22] Deze "paspoortisatie" werd een belangrijk speerpunt van Rusland om legitimiteit te kunnen ontlenen aan eventuele interventies.[23][24] De Russische president Dmitri Medvedev gaf in 2008 aan dat "het beschermen van Russische staatsburgers" de reden van de Russische inval was.[25]
Geschiedenis
De Osseten (Ossetisch: Ирæттæ, Irættæ) stammen af van de Alanen, een Iraans volk dat onderdeel was van de nomadische Sarmaten en ontstond door vermenging met Kaukasische volkeren. Een deel van de Alanen trok westwaarts Europa in en een deel bleef in het zuiden van het huidige Rusland, langs en ten zuiden van de rivier de Don. In de middeleeuwen stichtten deze oostelijke Alanen het koninkrijk Alanië in de noordelijke Kaukasus, waar het hedendaagse Noord-Ossetië-Alanië een deel van was. In de 13e eeuw werd tijdens het bewind van de Mongolen een deel van deze Alanen gedwongen naar het zuiden te migreren, in en later over het Kaukasusgebergte en mengden zij zich met inheemse Kaukasische volkeren, waaronder de Georgiërs.[26][27] Troepen van Timoer Lenk roeiden daarna een groot deel van de achtergebleven Alaanse bevolking uit.
Tot 1801: vorming identiteit
Er ontstonden uiteindelijk drie nabijgelegen regio's in de Noordelijke Kaukasus waar de Alanen zich vestigden, die elk een eigen culturele en taalkundige (Osseetse) identiteit ontwikkelden. Iron werd de grootste gemeenschap dat ruwweg het moderne Noord-Ossetië werd. Onder Georgische invloed bekeerden zij zich in 12e-13e eeuw tot het oosters-orthodoxe geloof. Ten westen hiervan lag Digor, de naam van een vallei. De Osseten hier bekeerden zich in de 17e eeuw onder invloed van de Kabardijnen tot de soennitische islam. Dit gebied ligt in het moderne Kabardië-Balkarië en het westelijke deel van Noord-Ossetië.
Vanaf de late 15e eeuw migreerden Osseten naar Dvaleti, een historische Georgische regio waar de etnisch Georgische Dvalen woonden.[28] Onder Osseten is dit gebied bekend komen te staan als Toealläg (ook wel Toeallag; Toeal betekent 'zuid'). Dvaleti lag ten zuiden van Iron in het uiterste zuiden van het moderne Noord-Ossetië en viel onder het Georgische koninkrijk Kartlië. In literatuur wordt ook wel verwezen naar het Mamison-Narbekken dat ligt tussen de Mamison- en Troeso-passen.
In deze periode vielen Dvaleti en het gebied van het hedendaagse Zuid-Ossetië onder de Kartliaanse regio Samatsjablo en stond onder gezag van de Georgische adellijke familie Matsjabeli. Samatsjablo betekent letterlijk "van Matsjabeli" en het genoot een mate van autonomie binnen Kartlië.[27] De naam Samatsjablo maakte rond 1990 een opleving door als de onofficiële Georgische geuzennaam in een Georgisch nationalistische ontkenning van de Zuid-Ossetische Autonome Oblast. Later werd formeel het minder beladen begrip "Tschinvali regio" geïntroduceerd voor het gebied.[29]
De Toeal Osseetse gemeenschappen stonden door assimilatie met de Dvalen onder Georgische invloed, en waren net als de Irons in het noorden bekeerd tot het oosters-orthodoxe geloof. Taalkundig hadden ze een dialect van het Iron Ossetisch met veel leenwoorden uit het Georgisch.[30][31] De Toeal Osseten migreerden vanaf Dvaleti zuidwaarts over de Grote Kaukasus, waardoor in de 17e eeuw Osseetse gemeenschappen ontstonden in het uiterste noorden van het moderne Zuid-Ossetië en in de Troesovallei.[32][33] Dit laatste gebied, dat in de moderne Georgische gemeente Kazbegi ligt, wordt door Zuid-Ossetië ook wel Oostelijk-Ossetië genoemd en het territoriaal claimt.[34]
Na de Russisch-Turkse Oorlog van 1768-1774 werd in 1774 Iron door het Russische Rijk geannexeerd. In 1783 sloot het Georgische Koninkrijk Kartli-Kachetië, waar de Toeallag Osseten onder vielen, het Verdrag van Georgiejevsk met het Russische Rijk, waarna de Russen in 1801 overgingen tot annexatie.[35]
1801 - 1917: in het Russische Rijk
In de 19e eeuw schreef de Russische kolonel Vasili Potto dat de onderwerping van de Osseten gekoppeld was aan het creëren van veiligheid rond de enige weg die Rusland door de Kaukasus met Georgië verbond, de 'Georgische Militaire Weg' door de Darjalkloof.[36] Arnold Zisserman, een Russische assistent voor het prinselijk gezag in Kachetië, beschreef in 1847 hoe de onderwerping van de Kisten nodig was voor de veiligheid van de strategisch belangrijke weg. De Kisten, Georgische Tsjetsjenen, zorgden regelmatig voor problemen rond de weg,[37] die ook de Osseetse gemeenschappen aan beide zijden van de Kaukasus met elkaar verbond bij gebrek aan een goed direct alternatief. De Russische heersers vestigden Osseten langs de weg om een demografische buffer tegen minder vriendelijke volkeren te creëren,[38] wat een veilige doorgang ten goede kwam. De Iron en Toeallag Osseten raakten mede hierdoor meer op Rusland georiënteerd, wat in de 20e eeuw doorwerkte.[36]
Tijdens de Russische bestuurlijke herindeling van Transkaukasië in 1846 kwam het grootste deel van het Toeallag Osseetse leefgebied in het gouvernement Tiflis te liggen. Een kleiner noordwestelijk deel werd bij het gouvernement Koetais ingedeeld. Binnen het gouvernement Tiflis kwamen de Osseten bestuurlijk in het oejezd Gori terecht, waarbinnen het okroeg Ossetië werd gecreëerd. Dit was de eerste bestuurlijke eenheid op historisch Georgisch grondgebied die in de naam direct aan de Osseten refereerde. In 1859 werd dit district weer afgeschaft door samenvoeging met het district Gorsky en het oostelijke deel van Ossetië naar het oejezd Tianeti ging.[39] Medio 1859 werd Dvaleti van het oejezd Gori en gouvernement Tiflis afgescheiden en als district Nar aan het Osseets Militaire District toegevoegd, dat in 1860 opging in het oblast Terek. Een reden was dat dit deel van het gouvernement Tiflis ten noorden van de waterscheiding van de Kaukasus lag en het bestuur zo eenvoudiger werd gemaakt.[40][41] Heden ten dage is dit het uiterste zuiden van het Noord-Osseetse district Alagirski.
Gedurende de 19e eeuw migreerden de Toeallag Osseten verder naar het zuiden, via de lagere bergen van Sjida Kartli over de centraal-Georgische rivier de Mtkvari, naar het Trialetigebergte. In Rusland en Zuid-Ossetië wordt aan hen gerefereerd als Trialeti-Osseten (Ossetisch: Триалеты Ирыстон). Zij vestigden zich in de centraal-Georgische districten Chasjoeri, Kareli, Gori, en Kaspi en assimileerden met de Georgiërs waardoor er veel gemengde families ontstonden.[36]
1918 - 1921: in de Democratische Republiek Georgië
Na de Oktoberrevolutie in 1917 riepen Georgië, Armenië en Azerbeidzjan in 1918 gezamenlijk de onafhankelijkheid uit van de Transkaukasische Democratische Federatieve Republiek. Deze viel na vijf weken uit elkaar in drie landen, toen de Democratische Republiek Georgië zich op 26 mei 1918 onafhankelijk verklaarde. Daarvoor, in juni 1917 richtten de Osseten in Georgië een Nationale Raad van Zuid-Ossetië op, vijf maanden voordat de Georgiërs dat deden.[42]
Geïnspireerd door de vestiging van de Sovjetregering in Noord-Ossetië en de oprichting van de Sovjetrepubliek Terek vond er in maart 1918 een boerenopstand plaats, de eerste van drie Osseetse opstanden tot 1921. Ondanks deze opstand, waarbij Tschinvali werd geplunderd,[43] ontwikkelden de relaties tussen de Osseten en de Georgiërs zich binnen de nieuwe Georgische staat in eerste instantie positief.
In augustus 1918 stelde de Nationale Raad van Zuid-Ossetië in een verklaring: "Zuid-Ossetië maakt deel uit van de Democratische Republiek Georgië op basis van brede territoriale soevereiniteit - voor een enkel grondgebied voor de bevolking en op basis van culturele en persoonlijke autonomie voor de Osseten die in Georgië wonen". De Nationale Raad verwachtte een Georgisch voorstel en uitwerking hiertoe dat aan het Zuid-Osseetse congres voorgelegd moest worden. De roep om politieke autonomie kwam in 1919 opzetten, iets dat voor de Georgiërs een brug te ver was. Volgens hen boden zij via de Onafhankelijkheidsverklaring van 1918 en de grondwet (in ontwerp) vrije sociaaleconomische en culturele ontwikkeling, gelijke politieke en burgerrechten voor alle burgers van het land ongeacht religie of etniciteit.[44]
Uiteindelijk ontstond frictie tussen de Osseten en Georgiërs door een (economische) klassenstrijd, waaronder over het (feodale) landbeleid. Georgiërs waren voornamelijk landeigenaren, van welk land de Osseetse boeren gebruik maakten in een feodale constructie. Dit leidde tot agressie van (Osseetse) boeren richting de (Georgische) landeigenaren,[45] wat door de Georgische autoriteiten werd onderdrukt. Vanuit Osseets perspectief werd deze klassenstrijd een etnisch conflict dat doorwerkte tot in de 21e eeuw.[46] De Nationale Raad van Zuid-Ossetië bestond geheel uit bolsjewieken, terwijl Georgië door mensjewieken bestuurd werd. De Russische bolsjewieken, die een onafhankelijk Georgië niet accepteerden, schoten de Osseten te hulp in de oplopende frictie met de Georgiërs om zo de Georgische staat te helpen ondermijnen.
Osseetse rebellen probeerden in de periode 1918-1920 meermaals een Sovjetregime te vestigen en aansluiting bij bolsjewistisch Rusland te bewerkstelligen.[43] Een deel van de Osseten zag de inclusie van het zuidelijke Osseetse leefgebied in de Georgische staat helemaal niet zitten, en zagen dit als een bezetting. In hun interpretatie van de geschiedenis had Ossetië zich in 1774 vrijwillig bij Rusland aangesloten, en was elke (staatkundige) scheiding ten noorden en zuiden van de Kaukasus onrechtmatig.[47] In de Osseetse lezing wordt genegeerd dat de Russische annexatie van (Iron) Ossetië in 1774 geen betrekking had op de Toeallag Osseetse gemeenschap in het Georgische Koninkrijk Kartli-Kachetië dat in 1801 geannexeerd werd.
Op 27 april 1920 vond er een Sovjet-coup in Bakoe plaats, die een paar dagen later gevolgd werd door een couppoging van Georgische bolsjewieken in Tbilisi, in de verwachting dat het Rode Leger te hulp zou schieten.[48] Deze hulp kwam niet en de coup faalde. Op 7 mei 1920 tekenden Sovjet Rusland en de Democratische Republiek Georgië het Verdrag van Moskou waarmee Rusland de onafhankelijke Georgische staat en de bestaande grenzen tussen beide erkende. Hiermee eindigde de Russische bemoeienis niet. In het Russische Vladikavkaz werd door het Kaukasisch Commissariaat (Kavkom) in juni 1920 het Zuid-Osseetse Revolutionair Comité (Revkom) opgericht. Deze organiseerde in het district Roki een Osseetse opstand, die door Georgische troepen werd onderdrukt.[46]
Met Russische steun stuurde het Revkom Noord-Osseetse strijdkrachten via de Darjalkloof naar Georgië om Zuid-Ossetië binnen te vallen, wat in strijd was met het verdrag dat een maand eerder was gesloten. De aanval werd door het Georgische leger afgeslagen en leidde tot de dood van circa 5.000 (Osseetse) soldaten, lokale sympathisanten en vluchtelingen.[49] Ongeveer 20.000 Zuid-Osseten sloegen op de vlucht naar het noorden.[50] Het bleek een Georgische pyrrusoverwinning, want de gebeurtenis staat in het moderne Zuid-Ossetië bekend als de 'Osseetse genocide' en is een belangrijke factor in de nationaal-historische identiteit van de Osseten en hun afkeer van Georgië.[51] In 1921 veroverde het Rode Leger de jonge Georgische republiek.
1921 - 1991: in de Sovjet-Unie
De Georgische Socialistische Sovjetrepubliek, opgericht na de verovering in 1921 van de Democratische Republiek Georgië door het Rode Leger, creëerde op 20 april 1922 de Zuid-Ossetische Autonome Oblast.[53] Sommigen geloven dat de bolsjewieken deze autonomie aan de Osseten verleenden voor hun loyaliteit in de strijd tegen de Democratische Republiek Georgië, aangezien dit gebied vóór de Sovjet-invasie geen afzonderlijke entiteit was geweest.[54][55]
Het tekenen van de bestuurlijke grenzen van de Zuid-Ossetische AO was een ingewikkeld proces. Naast delen van de oejezd (provincie) Gori en oejezd Doesjeti werden ook delen van oejezd Ratsja opgenomen in de Zuid-Ossetische AO.[56] Al deze gebieden waren historisch inheems Georgisch land. Na veel discussie en onder protest van de Georgische bevolking werden tientallen in meerderheid of exclusief etnisch Georgische dorpen opgenomen in de Zuid-Ossetische AO. In deze nederzettingen woonden ongeveer 20.000 Georgiërs en 1.110 Osseten.[57]
Tegelijkertijd werden Osseetse nederzettingen in Ratsja (Tsjasaval dorpsgemeenschap), een deel van het district Doesjeti, het Kobi district (Kazbegi) en de Osseetse dorpen in het Trialetigebergte niet bij de oblast toegevoegd, ondanks een Osseetse wens. Het grootste deel van de Osseetse gemeenschap in de Georgische sovjetrepubliek bleef daarmee buiten de Zuid-Ossetische Autonome Oblast. Hoewel de stad Tschinvali weinig Osseetse inwoners had en omringd werd met etnisch Georgische dorpen, werd het toch de hoofdstad van de Zuid-Ossetische AO.[58] De Sovjet-autoriteiten zagen geen alternatief: Tschinvali was de enige plaats van formaat dat tot bestuurlijk centrum van de oblast kon worden bestempeld.
Het historische Ossetië in de Noord-Kaukasus had tot 1924 geen eigen politieke entiteit, toen de Noord-Ossetische Autonome Oblast werd opgericht.[59] In 1925 deden de Osseten bij Stalin, zelf een Georgiër, een poging om de beide Ossetische deelgebieden bestuurlijk te verenigen, maar dit initiatief had geen resultaat. Ondanks herhaaldelijke pleidooien en besluiten op diverse Zuid-Osseetse Sovjetcongressen in deze periode werd het gebrek aan een directe wegverbinding en de geografische scheiding aangehaald als een argument tegen de vereniging. Een resolutie om beide gebieden in de Georgische sovjetrepubliek op te nemen werd door de centrale autoriteiten in Moskou niet geaccepteerd, onder meer omdat men vreesde voor etnische spanningen in de Noordelijke Kaukasus, met name met de Ingoesjen. Daarnaast vreesde men voor de stabiliteit van de relatie tussen Moskou en de Georgiërs op het moment dat de Zuid-Ossetische AO in de Russische SFSR zou worden opgenomen.[60]
Hoewel de Osseten hun eigen Ossetische taal hebben, waren Russisch en Georgisch de officiële in de autonome oblast. Binnen de Georgische sovjetrepubliek genoten de Osseten culturele autonomie net als andere minderheden, waaronder het spreken van de Ossetische taal en het onderwijzen ervan op scholen. In 1989 woonde 60% van de Osseten in de Georgische SSR buiten de Zuid-Ossetische AO,[62] en leefden zij een geïntegreerd leven met Georgiërs.[36] Tot aan 1989 leidde de Zuid-Ossetische Autonome Oblast een vrij onopvallend bestaan in de Georgische SSR. Door Osseetse lobby, in weerwil van Georgische tegenlobby, werd in de periode 1975-1986 een directe wegverbinding gebouwd tussen de Noord- en Zuid-Osseetse autonome gebieden.
Nationalisme en burgeroorlog
Na het aantreden van Michail Gorbatsjov als leider van de Sovjet-Unie en zijn beleid van glasnost en perestrojka ontstond er ruimte voor nationalisme in de gehele Sovjet Unie, ook in Georgië. De dissident Zviad Gamsachoerdia joeg de Georgische onafhankelijkheidsstrijd eind jaren 1980 aan met (etnisch) nationalisme, wat snel tot frictie met de Osseten leidde, met name in Zuid-Ossetië. Gamsachoerdia en andere Georgische nationalisten voerden een campagne tegen etnische minderheden in Georgië.[63] Daar tegenover hernieuwden de Zuid-Osseten hun inspanningen om hun bestuurlijke status binnen de Sovjet-Unie te verhogen. De Georgische Opperste Sovjet verklaarde in 1989 het Georgisch de nationale taal voor de hele republiek. Dit veroorzaakte onrust in Zuid-Ossetië, waar de leiders eisten dat het Ossetisch de taal van de autonome oblast zou worden. Op dat moment was Russisch de officiële taal in het autonome deelgebied.[64]
Op 10 november 1989 deed de Zuid-Osseetse Raad een verzoek bij de Georgische Opperste Sovjet om van de autonome oblast (AO) een autonome sovjetrepubliek (ASSR) te maken, gelijke Abchazië en Adzjarië, wat de Georgische autoriteiten niet zagen zitten.[65] Daarnaast speelde de taalkwestie een rol in oplopende spanningen, ondanks pogingen deze te bezweren door middel van openbare fora waaraan zowel Georgiërs als Osseten deelnamen. Dit kon niet voorkomen dat op 23 november 1989 15.000 Georgiërs naar Tschinvali marcheerden, onder leiding van Gamsachoerdia. De karavaan van bussen en auto's werd opgewacht door Osseten en soldaten van het 8e regiment van het Sovjetleger, die hen de toegang tot de stad verhinderden. Bij de confrontatie vielen de eerste slachtoffers in het Georgisch-Ossetisch conflict.
Na de eerste vrije verkiezingen in de Georgische Sovjetrepubliek in het najaar van 1990 werd Gamsachoerdia tot leider van de Georgische sovjetrepubliek gekozen. Tijdens de voorafgaande campagne liepen de spanningen met de Osseten verder op. De Georgische autoriteiten verboden regionale partijen mee te doen, wat in Zuid-Ossetië gezien werd als uitsluiting van hun Volksfront (Ademon Nychas). Op 20 september 1990 riepen zij de 'Zuid-Ossetische Democratische Sovjetrepubliek' (Russisch: Юго-Осетинскую Советскую демократическую республику) uit als unierepubliek (SSR) binnen de Sovjet-Unie.[66][67]
Op 9 december 1990 hielden de Zuid-Osseten verkiezingen voor het parlement van hun uitgeroepen sovjetrepubliek, en op 11 december verklaarden zij zich bestuurlijk ondergeschikt aan Moskou in plaats van Tbilisi. De Georgische regering onder leiding van Gamsachoerdia en zijn Ronde Tafelcoalitie, die de Georgische verkiezingen van oktober 1990 gewonnen had, trok op diezelfde dag de Zuid-Osseetse autonomie in.[68][7] Voor de Georgiërs bestaat de bestuurlijke eenheid Zuid-Ossetië sinds die datum niet meer.
De Georgische autoriteiten kondigden vervolgens in december 1990 de noodtoestand af in Zuid-Ossetië en benoemden de commandant van de Georgische Binnenlandse Troepen als burgemeester van Tschinvali. Kort daarna vonden in januari 1991 gewapende confrontaties plaats, toen enkele duizenden Georgische troepen in Tschinvali arriveerden.[65] De burgeroorlog in Zuid-Ossetië was een feit, en duurde anderhalf jaar tot na de onafhankelijkheid van Georgië.
Op 7 januari 1991 annuleerde Sovjet president Michail Gorbatsjov zowel de Zuid-Ossetische verklaring tot zelfstandige Sovjetrepubliek als de Georgische annulering van de Zuid-Ossetische autonomie en riep Georgische troepen op zich terug te trekken. Het Georgische parlement stemde hier niet mee in.[69] Een vluchtig tot stand gekomen protocol in maart 1991 met de Russische Sovjet Republiek ter beëindiging van het conflict kwam niet ten uitvoer doordat Georgië zich op 9 april 1991 van de Sovjet-Unie afscheidde.[69]
1991 - 2004: in het onafhankelijke Georgië
Zviad Gamsachoerdia werd op 26 mei 1991 gekozen als eerste president van de onafhankelijke republiek Georgië. Door onder andere Russische wapenleveranties aan de Osseten kon de burgeroorlog in Zuid-Ossetië voortduren.[71] Op 21 december 1991 nam de Hoge Raad van Zuid-Ossetië de onafhankelijksheidsverklaring aan waarin de Republiek Zuid-Ossetië werd uitgeroepen.[7] Op 19 januari 1992 volgde een referendum waarbij volgens de Zuid-Osseetse autoriteiten 99% voor deze onafhankelijheid stemde en tevens voor aansluiting bij Rusland en Noord-Ossetië. Deze hielden de boot af door conflicten met Ingoesjetië over het District Prigorodni.[72] Op 29 mei 1992 werd de Zuid-Osseetse onafhankelijkheidsverklaring formeel aangenomen, wat voor de Zuid-Osseten als hun dag van onafhankelijkheid geldt.[7] Georgië erkende zowel het referendum als de Zuid-Osseetse onafhankelijkheidsverklaring niet.
Ondertussen was in januari 1992 de Georgische president Gamsachoerdia door een coup verdreven. Toen Eduard Sjevardnadze in maart 1992 terugkeerde in de Georgische politiek om het land te leiden kwam er ruimte voor een oplossing van het conflict. In juni 1992 stelde de voorzitter van de Russische Sovjet nog dat de Georgische daden als genocide konden worden omschreven en dat Rusland daardoor gedwongen kon worden het verzoek tot Zuid-Osseetse aansluiting te overwegen.[71] Na rapportages dat Rusland zware wapens had geleverd aan de Osseten stelde Sjevardnadze dat Rusland daarmee een actieve partij was in het conflict.
In diezelfde maand, op 24 juni 1992, werd in het Russische Sotsji een staakt-het-vuren overeengekomen op initiatief van de Russische president Boris Jeltsin. Een vredesoperatie onder gezag van de 'Joint Control Commission' en geleid door Rusland, zag vanaf 14 juli 1992 toe op het naleven van het bestand. Deze Joint Peacekeeping Forces (JPKF) bestond uit 500 Russen, 500 (Noord-)Osseten en 500 Georgiërs. In 2007 was de verdeelsleutel 500 Russen, 500 (Noord-)Osseten en 320 Georgiërs.[73]
De oorlog kostte aan meer dan duizend mensen het leven, en verdreef tienduizenden van huis en haard.[74] Volgens onderzoeksschattingen vluchtten ongeveer 10.000 Georgiërs uit Zuid-Ossetië en raakten circa 60.000 Georgische Osseten ontheemd, zowel van binnen als buiten Zuid-Ossetië.[75] Volgens de UNHCR zouden iets minder dan 1300 van de Georgiërs nadien teruggekeerd zijn. Naar schatting ruim 20.000 Osseten vluchtten naar Noord-Ossetië en er vond een ontmenging van Georgische en Osseetse gemeenschappen plaats, ook in delen van Georgië buiten Zuid-Ossetië.[76] Bij de volkstelling van 2002 telde Georgië 60.000 minder Osseten buiten Zuid-Ossetië ten opzichte van 1989.[75] Veel Zuid-Osseetse vluchtelingen werden ondergebracht in gebieden vanwaar de Ingoesjen door Stalin in 1944 verbannen waren, wat tot een conflict tussen de Osseten en de Ingoesjeten leidde betreffende het recht op hun terugkeer.
Tussen 1992 en 2004 bleef Zuid-Ossetië feitelijk deel uitmaken van de Georgische economie en het conflict was daarmee meer een "geweldloos politiek geschil dan een giftig conflict".[77] Georgië had ook feitelijk controle over een deel van Zuid-Ossetië, met name waar de Georgische gemeenschap woonde, het oostelijke district Achalgori, de omgeving rond de stad Tschinvali en enkele gemeenschappen langs de westelijke grens van Zuid-Ossetië.[74] De meeste de gevluchte Osseten en Georgiërs keerden niet terug. In 2004 was het geschatte aantal inwoners van Zuid-Ossetië 65.000 tegenover 99.700 bij de volkstelling van 1989.[78]
2004 - 2008: naar een nieuwe oorlog
In 2004 beloofde de nieuwe Georgische president Micheil Saakasjvili het Georgische gezag te herstellen over Adzjarië,[79] Abchazië en Zuid-Ossetië.[80][81] In het voorjaar van 2004 werd het Georgische gezag over Adzjarië hersteld en vluchtte de Adzjaarse leider Aslan Abasjidze, een bondgenoot van Rusland, naar Moskou.[82] De Georgische regering maakte daarnaast een speerpunt van anti-corruptiebeleid. De smokkel van goederen uit Rusland via Zuid-Ossetië, waar Georgië de grensovergang bij de Roki-tunnel niet controleerde, werd gezien als een groot probleem. Georgië schatte dat het door deze smokkel ongeveer 130 miljoen dollar per jaar aan douane-inkomsten miste.[83] De markt in Ergneti, een paar kilometer ten zuiden van de Zuid-Osseetse hoofdstad Tschinvali, was een vrijhaven van deze smokkel geworden. De markt werd in mei-juni 2004 door de Georgische autoriteiten gesloten, wat tot spanningen met de Zuid-Osseetse separatistische autoriteiten leidde.[84]
In juni 2004 mengde Rusland zich in de kwestie, en waarschuwde tegen "provocatieve stappen" die tot "extreem negatieve consequenties" kunnen leiden,[85] wat in een scherpe reactie uit Tbilisi resulteerde: “de kwestie betreft het grondgebied van Georgië en niemand kan voorkomen dat de Georgische autoriteiten orde brengen in het hele land”. Rusland koos steeds meer openlijk partij voor Zuid-Ossetië, die de directe communicatie met Tbilisi verbrak. Zuid-Ossetië vroeg Rusland om erkenning van de onafhankelijkheid en om aansluiting bij Rusland.[86] Een zomer van oplopende spanningen volgde: Georgië confisqueerde een Russisch wapentransport,[87] Georgische controleposten werden onder vuur genomen en Georgische vredestroepen raakten gewond en tientallen werden gevangen genomen bij een aanval op een Georgisch dorp.[88] Na kleinere incidenten over en weer kwam het in de derde week van augustus 2004 tot grotere confrontaties met 20 doden tot gevolg,[89][90] waarna Georgië besloot de troepen terug te trekken.[91]
Ondanks pogingen in 2005 van zowel Georgië als Rusland om tot een vergelijk te komen over Russische terugtrekking uit Zuid-Ossetië (en Abchazië) en het akkoord over Russische terugtrekking uit bases in andere delen van Georgië,[92] veranderde de relatie medio 2006 fundamenteel. Ook het vertrouwen van de Osseten in de (goede) intenties van Tbilisi stonden onder druk.[93] Rusland herhaalde frequent het standpunt de de facto afscheidingsgebieden Transnistrië, Abchazië, Zuid-Ossetië en Nagorno-Karabach te zullen erkennen zodra de onafhankelijkheid van Kosovo erkend zou worden.[94][95]
In het najaar van 2006 werden twee parallelle verkiezingen gehouden in Zuid-Ossetië voor het leiderschap over het gebied. In oktober 2006 kondigde de oppositiebeweging Reddingsunie van Osseten aan dat ze op 12 november 2006 een alternatieve verkiezing en referendum in Zuid-Ossetië zouden gaan organiseren, op dezelfde dag dat de Zuid-Osseetse separatistische autoriteiten presidentsverkiezingen organiseerden.[96] De separatistische leiders zagen dit als een provocatie en poging tot confrontatie.[97] De Reddingsunie was een paar weken eerder opgericht door Osseten die in de voorgaande separatistische regering van Zuid-Ossetië onder Ljoedvig Tsjibirov (1996-2001) dienden. Voormalig premier Dmitri Sanakojev werd als alternatieve president gekozen en 94% van de kiezers zou gestemd hebben voor een federatieve oplossing binnen Georgië. In de door de separatisten georganiseerde verkiezingen werd de zittende president Edoeard Kokojti met 98% van de stemmen herkozen en zou 99,9% van de kiezers gestemd hebben voor de onafhankelijkheid.[98] De regering van Georgië erkende de regering Sanakojev en belastte hem met het gezag over de Provisionele Territoriale Eenheid Zuid-Ossetië.
Toen westerse landen, onder leiding van de VS, in de winter van 2008 de onafhankelijkheid van Kosovo erkenden en kort daarop Georgië en Oekraïne een zogeheten open-deur uitnodiging kregen van de NAVO om op termijn lid te worden, escaleerden de spanningen rond Zuid-Ossetië en Abchazië snel. Rusland dreigde "er alles aan te doen om Oekraïne en Georgië niet toe te laten tot de NAVO".[99] Kort daarop formaliseerde Rusland directe relaties met Zuid-Ossetië en Abchazië, bracht het zwaar militair materieel naar Abchazië dat buiten het vredesmandaat viel, richtte extra bases op,[100] en werd de spoorweg in zuidelijk Abchazië door Russische militairen opgeknapt.[101] De spanningen concentreerden zich in deze fase voornamelijk rond Abchazië. Maar dat veranderde eind juli nadat Rusland de grootschalige Kavkaz 2008 militaire oefeningen aan de Georgische grens bij Zuid-Ossetië afrondde.[101]
2008: oorlog
In de eerste week van augustus 2008 laaide het geweld in Zuid-Ossetië op met provocaties vanuit Zuid-Osseetse zijde en beschietingen op etnisch Georgische dorpen. Op 7 augustus 2008 kondigde Georgië een wapenstilstand af, wat beantwoord werd met Zuid-Osseetse aanvallen op Georgische dorpen. Op de late avond van 7 augustus 2008 kondigde de Georgische legerleiding aan de "constitutionele orde [in Zuid-Ossetië] te herstellen" en trokken Georgische troepen de hoofdstad Tschinvali binnen.[102] Rusland reageerde met het sturen van meer dan 100 tanks en vliegtuigen, die het gebied reeds op 9 augustus onder controle hadden. Ook werden verschillende Georgische steden en militaire en civiele infrastructuur in het land bestookt door Russische gevechtsvliegtuigen. Op 12 augustus kwamen de Russen en Georgiërs een wapenstilstand overeen door interventie van de Europese Unie onder leiding van de Franse president Nicolas Sarkozy, met een zespuntenplan om onderhandelingen te starten.[103]
Kort nadat Russische troepen zich begonnen terug te trekken uit delen van Georgië buiten Zuid-Ossetië, verklaarde de Russische president Dmitri Medvedev op 26 augustus 2008 dat Rusland de onafhankelijkheid van zowel Zuid-Ossetië als Abchazië erkent. Deze stap werd door de Verenigde Staten, de Europese Unie, de NAVO en andere gremia sterk veroordeeld als een schending van de Georgische territoriale integriteit en soevereiniteit.[104] Op 4 september 2008 erkende Nicaragua als eerste na Rusland de onafhankelijkheid van Zuid-Ossetië, waarna Venezuela (2009), Nauru (2009) en Syrië (2018) volgden.[11] In het kader van het zespuntenakkoord spraken de Russische president Medvedev en de Franse president Sarkozy op 8 september 2008 af dat de Russische troepen zich zouden terugtrekken naar 'pre-conflict posities'.[105]
Een dag later kondigde het Kremlin aan 3.800 Russische troepen permanent te stationeren in zowel Zuid-Ossetië als Abchazië op basis van overeenkomsten met beiden.[106] Dit werd door Georgië en haar westerse bondgenoten gezien als schending van het zespuntenakkoord en de Georgische soevereiniteit.[107] In reactie nam Georgië in oktober 2008 de "Wet op bezette gebieden" aan.[108][6] De wet bepaalt onder meer dat Zuid-Ossetië en Abchazië alleen vanuit Georgisch gecontroleerd gebied betreden mogen worden (dus niet vanuit Rusland). Daarnaast stelt de wet dat de Russische Federatie volledig verantwoordelijk is voor de schending van de mensenrechten in Abchazië en Zuid-Ossetië.
Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens stelde Rusland als feitelijk bezetter van Zuid-Ossetië aansprakelijk voor de mensenrechtenschendingen die plaatsvonden na het staakt-het-vuren van 12 augustus 2008. De uitspraak ging specifiek om de behandeling van Georgiërs in gevangenschap, de etnische zuiveringen en het blokkeren van de terugkeer van Georgische vluchtelingen.[109] Rusland werd in 2023 in deze zaak veroordeeld tot het betalen van ongeveer 130 miljoen euro aan de Georgische staat.[110]
Na 2008
Vanaf 2009 heeft de Russische Federatie de militaire infrastructuur en aanwezigheid in Zuid-Ossetië sterk uitgebreid. Eerst werd de 4e Garde Militaire Basis in Tschinvali en Dzjava opgericht, vervolgens begon Rusland met de bouw van grenswachtbases die onder het bevel van de Russische FSB-grenswachtdienst staan om de zogeheten staatsgrens van Zuid-Ossetië af te bakenen en "te beschermen". In totaal zijn er bijna 20 van deze zogenaamde "gemilitariseerde grenswachtbases" gebouwd nabij de de facto grens van Zuid-Ossetië met Georgisch gecontroleerd gebied.[111] Sindsdien zijn in Zuid-Ossetië circa 3.500 Russische militairen en ongeveer 1.500 FSB-grenswachten gestationeerd.[112] In maart 2015 sloot Rusland een verdrag met Zuid-Ossetië waarin de samenwerking en integratie van veiligheidsdiensten, legers en grensbewaking werd geregeld.[113] Georgië sprak van een 'stap richting annexatie'.[114] In maart 2017 volgde een overeenkomst waarbij de Zuid-Osseetse strijdkrachten geheel opgenomen werden in de Russische.[115]
In 2015 en 2016 werd door de Zuid-Osseetse president Leonid Tibilov een referendum over het samengaan met Rusland voorgesteld, maar dit werd voor onbepaalde tijd uitgesteld.[15] Op 9 april 2017 werd gelijktijdig met de Zuid-Osseetse presidentsverkiezingen een referendum gehouden over de naam van de de facto republiek: 80% van de stemmers steunde de naamswijziging naar "Republiek Zuid-Ossetië - Staat Alanië", bedoeld om eenheid met de Republiek Noord-Ossetië-Alanië te suggereren.[116]
In aanloop naar de presidentsverkiezingen in april 2022 kondigde president Anatoli Bibilov aan dat Zuid-Ossetië het juridische proces zou starten voor aansluiting bij Rusland.[117] Russische politici reageerden in eerste instantie positief en benadrukten de noodzaak om "de wil van het Ossetische volk tot uitdrukking te brengen" door middel van een referendum.[118] De winnaar van de verkiezingen, Alan Gaglojev, annuleerde het referendum.[21] In maart 2022 werd bekend dat Zuid-Ossetische troepen aan Russische zijde deelnamen aan de oorlog in Oekraïne.[119]
Geografie
Zuid-Ossetië is een bergachtig gebied in de Kaukasus op het grensvlak van Oost-Europa en West-Azië dat de jure onderdeel is van Georgië. Het heeft een oppervlakte van 3.900 km² met een maximale noord-zuid afstand van 79 kilometer en oost-west van 88 kilometer.[120]
Fysieke kenmerken
Zuid-Ossetië ligt in de zuidelijke hellingen van de Grote Kaukasus, de bergkam die de grens met Rusland vormt, terwijl noord-zuiduitlopers daarvan het gebied doorkruisen en overgaan in de Sjida Kartlivlakte. Dit is een geologisch plateau in het centrum van Georgië,[122] waar de zuidelijke lager gelegen en meest bevolkte delen van Zuid-Ossetië in liggen. Zuid-Ossetië ligt tussen de 700 en 3.938 meter boven zeeniveau, waarbij ongeveer 90% boven de 1.000 meter ligt. De Chalatsa-berg op de grens met Rusland is de hoogste berg van Zuid-Ossetië.[123] Bergweiden overheersen in de hooglanden, terwijl in de lagere delen bruine bosgronden overheersen.
De Ratsja- en Lichigebergtes vormen de westelijke geografische grens van Zuid-Ossetië, waarbij de noordwestelijke hoek aan de andere kant van de waterscheiding van deze gebergtes ligt en tot het stroomgebied van de Rioni behoort. Het Charoelagebergte scheidt het oostelijke door etnisch Georgiërs bewoonde district Achalgori van de rest van Zuid-Ossetië en is de scheiding van de rivieren Liachvi en Ksani, terwijl het Lomisigebergte vrijwel de gehele oostelijke grens vormt.
De zuidelijke grens van Zuid-Ossetië loopt voornamelijk langs de scheidslijn van het voorgebergte en de Sjida Kartlivlakte, maar is verder niet duidelijk geografisch afgebakend. In het centrale noorden van Zuid-Ossetië ligt het Germoechigebergte, een massief met toppen ruim boven de 3.000 meter boven zeeniveau. Dit gebergte scheidt de Kleine- en Grote Liachvi rivieren. In de hoogste delen van Zuid-Ossetië is een aantal kleine gletsjers te vinden die in het bovenste stroomgebied van de Liachvi en de Rioni liggen.[125]
Het grootste deel van Zuid-Ossetië ligt in het Mtkvari-bekken dat afvloeit naar de Kaspische Zee, terwijl het noordwestelijke deel in het Rioni-bekken ligt en afvloeit naar de Zwarte Zee. De Lichi- en Ratsjagebergtes fungeren als waterscheiding tussen deze twee bassins. Belangrijke rivieren in Zuid-Ossetië zijn de Grote- en Kleine Liachvi, Ksani en Prone die in de Mtkvari afvloeien en de Kvirila en Medzjoeda die in de Rioni afvloeien.
De natuurlijke barrière die de Grote Kaukasus vormt blijkt ook uit het gegeven dat er slechts één weg door de bergketen naar Rusland is. De Transkam door de Roki-tunnel naar de Russische deelrepubliek Noord-Ossetië werd pas in 1986 voltooid. Het Transkam-gedeelte in Zuid-Ossetië maakt in wezen deel uit van de Georgische S10, hoewel de centrale Georgische autoriteiten feitelijk geen controle hebben over dat deel. De Roki-tunnel was van vitaal belang voor het Russische leger in de Russisch-Georgische Oorlog van 2008.[126][127]
Klimaat
Door de grote hoogteverschillen in Zuid-Ossetië heeft het gebied klimatologische variatie. De hoger gelegen bergachtige gebieden in de nivale zone ervaren koele, natte zomers en sneeuwrijke winters, met vaak meer dan twee meter sneeuw. De toestroom van vochtige lucht van de Zwarte Zee naar Zuid-Ossetië wordt veelal tegengehouden door het Lichigebergte. De Grote Kaukasus, die de grens met Rusland vormt, houdt de aanvoer van koude winterlucht vanuit Centraal-Rusland tegen. De wind komt voor het grootste deel uit zuidzuidoostelijke richting.
Het voorjaar is de natste periode van het jaar, terwijl de zomermaanden de droogste zijn. Het alpiene klimaat in de hooglanden van Zuid-Ossetië heeft gezorgd voor eeuwige sneeuw en gletsjers, waarbij sneeuwval het hele jaar kan voorkomen op de hoge bergpassen. Gemiddeld genomen is het klimaat van Zuid-Ossetië derhalve gematigd, waarbij de gemiddelde temperatuur in januari varieert van -8 graden Celsius in de bergen tot +4,5 graden in de vlakten. In juli varieert deze van respectievelijk +3 tot +25 graden Celsius. De gemiddelde jaarlijkse neerslag bedraagt 400 millimeter in de lage vlakte tot 1800 millimeter in de bergen.[120]
Maand | jan | feb | mrt | apr | mei | jun | jul | aug | sep | okt | nov | dec | Jaar |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Gemiddeld maximum (°C) | 1 | 1 | 5 | 13 | 19 | 23 | 26 | 26 | 21 | 15 | 8 | 2 | 13,4 |
Gemiddeld minimum (°C) | −6 | −7 | −3 | 3 | 8 | 12 | 15 | 15 | 11 | 6 | 1 | −4 | 4,3 |
Neerslag (mm) | 45 | 47 | 64 | 72 | 52 | 37 | 33 | 27 | 32 | 59 | 54 | 49 | 571 |
Regendagen (dag) | 12 | 12 | 13 | 13 | 13 | 12 | 12 | 10 | 8 | 11 | 11 | 12 | 139 |
Bron: Meteo Blue,[128] Klimaatinfo,[129] Kennisportaal over klimaatverandering - Wereldbank.[130] |
Demografie
Volgens het statistisch overzicht van 2023 telde Zuid-Ossetië op 1 januari 2024 56.692 inwoners,[1] een stijging van zes procent (ruim 3.000 inwoners) ten opzichte van de volkstelling van oktober 2015 toen 53.532 inwoners geteld werden.[139] Deze stijging vond voornamelijk tussen 2015 en 2018 plaats, sindsdien schommelt het aantal rond de 56.500 inwoners.
Zuid-Ossetië had gedurende de Sovjet-periode decennialang een stabiel aantal van bijna honderdduizend inwoners, maar sinds het uiteenvallen van de Sovjet-Unie is dat drastisch afgenomen, vooral als gevolg van de burgeroorlog die zowel etnische Georgiërs en Osseten in groten getale verdreef.[140] In 2004 zou het aantal inwoners rond de 65.000 hebben gelegen, volgens groffe schattingen van internationale organisaties.[136] Er zijn van deze periode geen census data. De Georgische volkstelling van 2002 werd alleen gehouden in delen die het toen controleerde. Als gevolg van de Russisch-Georgische oorlog in 2008 raakten nog eens vele duizenden ontheemd, waarvan slechts een deel, met name Osseten, is teruggekeerd. Circa 26.000 Georgiërs kunnen permanent niet terug naar Zuid-Ossetië en wonen in speciale dorpen.[141]
De totale urbanisatiegraad in Zuid-Ossetië is 68% (2024), wat voornamelijk komt door hoofdstad Tschinvali waar 60% van de bevolking van Zuid-Ossetië woont (34.185, 2024).[142] Andere belangrijke plaatsen in Zuid-Ossetië, bestuurlijke centra van de districten, hebben een veel kleinere omvang. Naast Tschinvali heeft alleen het voormalige mijnbouwstadje Kvaisa een stadsstatus (sinds 2008). De bestuurlijke centra Dzjava (Dzau genaamd in Zuid-Ossetië), Achalgori (Leningor) en Kornisi (Znaur) zijn gekwalificeerd als nederzetting met stedelijk karakter (Russisch: Поселки городского типа)
Plaats | in Ossetisch | in Georgisch | Aantal inwoners belangrijkste plaatsen in Zuid-Ossetië | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1923 | 1939 | 1959 | 1970 | 1979 | 1989 | 2015 | 2024 | |||||||
Tschinvali | г. Цхинвал | ცხინვალი | 4.543 | 13.810 | 21.641 | 30.311 | 34.185 | 42.934 | 30.432 | 33.421 | ||||
Dzjava | пгт Дзау (Dzau) | დაბა ჯავა | 376 | 768 | 856 | 1.886 | 1.502 | 1.524 | 2.111 | - | ||||
Achalgori | пгт Ленингор (Leningor) | დაბა ახალგორი | 640 | 1.413 | - | 1.584 | 1.917 | 2.457 | 1.033 | - | ||||
Kvaisa | г. Квайса | დაბა კვაისი | - | - | 2.320 | 2.327 | 1.641 | 2.264 | 985 | 917 | ||||
Kornisi | пгт Знаур (Znaur) | დაბა ყორნისი | - | 100 | 594 | 694 | 763 | 755 | 451 | - | ||||
Totaal | 75.056 | 106.118 | 96.807 | 99.421 | 97.988 | 98.527 | 53.532 | 56.692 | ||||||
Verantwoording data: Sovjet census data[143][144] en Zuid-Osseetse statistische data.[145] |
Etnische samenstelling
De Osseten vormen veruit de grootste bevolkingsgroep in Zuid-Ossetië. Volgens de volkstelling van 2015 waren 48.146 van de toenmalige 53.532 inwoners etnische Osseten (89,9%). De tweede grote bevolkingsgroep waren de Georgiërs met 3.966 inwoners (7,4%), op afstand gevolgd door Russen (610), Armeniërs (378), Oekraïners (88), Azerbeidzjanen (50) en de rest bestond uit kleinere bevolkingsgroepen.[146][147] De Georgiërs wonen nog voornamelijk in het oostelijke Achalgori district en het gelijknamige stadje. In dit district zijn Georgiërs in de meerderheid (56%). Kleinere clusters van de Georgische gemeenschap bevinden zich langs de zuidelijke begrenzing van Zuid-Ossetië in het laagland en in het bergachtige westelijke grensgebied.
Sinds de oprichting in 1922 van de Zuid-Ossetische Autonome Oblast in de Georgische SSR bestond de bevolking vrij constant voor ruim 2/3 uit Osseten, terwijl het aandeel Georgiërs tussen de 25-30% schommelde. Dit veranderde radicaal met de burgeroorlog in de jaren 1990 en daarna, met name door etnische zuiveringen jegens de Georgische minderheid en het verhinderen van terugkeer van de (Georgische) interne vluchtelingen. In tegenstelling tot de rest van de Georgische Sovjetrepubliek waren Russen minder aanwezig in Zuid-Ossetië. De hoofdstad Tschinvali werd in de jaren 1920 nog voornamelijk door Georgiërs bewoond, en kende een grote Georgisch Joodse populatie.[148] In 1939 waren de Osseten al de grootste bevolkingsgroep met 44,3% en in 1959 waren ze in de meerderheid (65,8%).[132]
De Georgische gemeenschappen in Zuid-Ossetië staan nog steeds onder druk. De Zuid-Osseetse autoriteiten hebben in 2020 een programma opgezet dat Georgische inwoners van met name het district Achalgori (Leningor) moet stimuleren te migreren naar Georgisch gecontroleerd gebied.[149]
Verloop etnische samenstelling van Zuid-Ossetië | ||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Jaar | 1926[131] | 1939[132] | 1959[132] | 1970[133] | 1979[134] | 1989[135] | 2015[147] | |||||||||||
Osseten | 60.351 | 69,1% | 72.266 | 68,1% | 63.698 | 65,8% | 66.073 | 66,5% | 65.077 | 66,4% | 65.232 | 66,2% | 48.146 | 89,9% | ||||
Georgiërs | 23.538 | 26,9% | 27.525 | 25,9% | 26.584 | 27,5% | 28.125 | 28,3% | 28.187 | 28,8% | 28.544 | 29,0% | 3.966 | 7,4% | ||||
Russen | 157 | 0,2% | 2.111 | 2,0% | 2.380 | 2,5% | 1.574 | 1,6% | 2.046 | 2,1% | 2.128 | 2,2% | 610 | 1,1% | ||||
Armeniërs | 1.374 | 1,6% | 1.537 | 1,4% | 1.555 | 1,6% | 1.254 | 1,3% | 953 | 1,0% | 984 | 1,0% | 378 | 0,7% | ||||
Joden | [150]1.779 | 2,0% | 1.979 | 1,9% | 1.723 | 1,8% | 1.485 | 1,5% | 654 | 0,7% | 396 | 0,4% | - | - | ||||
Anders | 216 | 0,2% | 700 | 0,7% | 867 | 0,9% | 910 | 0,9% | 1.071 | 1,1% | 1.453 | 1,5% | 432 | 0,8% | ||||
Totaal | 87.375 | 106.118 | 96.807 | 99.421 | 97.988 | 98.527 | 53.532 |
Taal
Het Ossetisch en het Russisch zijn de door de separatisten gehanteerde en opgelegde talen. Na een referendum tijdens presidentsverkiezingen in 2011 is de Russische taal juridisch gelijkgesteld aan het Ossetisch,[152] niet tot ieders tevredenheid in Zuid-Ossetië. De tegenstanders vonden dat het Russisch geen extra bescherming nodig heeft terwijl het Ossetisch juist als kleine taal in het voortbestaan bedreigd wordt.[153] Het Georgisch heeft geen bijzondere status. De verdeling van de moedertong loopt precies langs de etnische scheidslijn.
In de praktijk lopen de Georgiërs toenemend tegen obstakels aan ten aanzien van hun taalrechten. In 2017 werden alle Georgisch-talige scholen verplicht over te schakelen naar Russisch als primaire taal van onderwijs. Een van de secundaire redenen die aangehaald werden was dat de Georgische scholen boeken uit Tbilisi gebruiken en dat de Zuid-Ossetische autoriteiten geen middelen hebben om hun eigen boeken te vertalen naar het Georgisch. Leider Anatoli Bibilov stelde dat "de bevolking van het district Achalgori zich deel moet voelen van Zuid-Ossetië, in plaats van Georgië […] We leven in één staat."[154] Een schooldirecteur werd in 2020 ontslagen omdat ze weigerde Georgische leerlingen weg te sturen. Volgens getuigenissen is er ook sprake van gespreksverboden in het Georgisch buiten lesuren of tussen medewerkers.[155] Freedom House heeft in haar jaarlijkse rapportage dan ook vanwege de stelselmatige taalonderdrukking een slechte score gegeven voor de onderwijsvrijheid in Zuid-Ossetië.[156]
Bestuurlijke indeling
Voor de Zuid-Ossetische separatistische autoriteiten is de republiek bestuurlijk onderverdeeld in vier rajons (район, rajon, district) en twee apart bestuurde steden (cахар, sahar/город, gorod), namelijk hoofdstad Tschinvali en voormalige mijnbouwplaats Kvaisa. De rajons zijn onderverdeeld in 40 'landelijke administraties' (сельских администраций, sel'skikh administratsiy, gemeenschappen) die 290 dorpen omvatten. Er zijn daarnaast drie nederzettingen met stedelijk karakter (Russisch: посѐлка городского типа; posèlka gorodskogo tipa), te weten Dzau (Dzjava), Znaur (Kornisi) en Leningor (Achalgori).[157] Zuid-Ossetië hanteert andere toponiemen dan Georgië.
Bestuurlijke eenheden van Zuid-Ossetië[157] | ||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
District | Oppervlakte | Inwoners (2024) | ||||||||||||||||
Dzau | 1.500 km² | 5.931 | ||||||||||||||||
Leningor | 993 km² | 2.865 | ||||||||||||||||
Tschinvali (district) | 1.000 km² | 8.409 | ||||||||||||||||
Znaur | 400 km² | 4.386 | ||||||||||||||||
Kvaisa (stad) | 917 | |||||||||||||||||
Tschinvali (stad) | 34.184 |
Bestuurlijke indeling volgens Georgië
De Georgische autoriteiten erkennen sinds de afschaffing van de Zuid-Osseetse autonomie in 1990 de bestuurlijke eenheid van Zuid-Ossetië niet. Het gebied werd in de jaren 1990 over verschillende Georgische districten en regio's verdeeld. Na de burgeroorlog in 1991-1992 stond slechts een deel onder Georgisch gezag, met name etnisch Georgisch bewoonde gebieden in het zuiden en oosten. Door de voortdurende patstelling in het Georgisch-Ossetisch conflict bleek de bestuurlijke indeling die door Georgië gehanteerd werd niet praktisch.
Tijdens de hervorming van het lokale bestuur in 2005 en 2006 werden een aantal nieuwe bestuurlijke eenheden in het gebied van Zuid-Ossetië opgericht. Dit kwam neer op de introductie van tijdelijke gemeenten voor het lokale bestuur van de plaatsen waar Georgië het gezag nog over had: de gemeenten Eredvi, Koerta en Tigva werden naast het bestaande Achalgori opgericht. In een parallelle ontwikkeling in 2006 organiseerde de Zuid-Osseetse oppositiebeweging Reddingsunie van Osseten een alternatieve leiderschapsverkiezing vanuit het Georgisch gecontroleerde deel van Zuid-Ossetië, tegelijkertijd met de presidentsverkiezingen van de Zuid-Osseetse separatisten.
Voormalig Zuid-Osseets premier Dmitri Sanakojev, die diende onder de eerste president van het separatistische Zuid-Ossetië Ljoedvig Tsjibirov, won deze verkiezing. Hij zette een alternatieve regering op, die in mei 2007 door Georgië erkend werd als het legitieme interim-gezag over de Provisionele Territoriale Eenheid Zuid-Ossetië tot een definitieve uitkomst over de status van het gebied Zuid-Ossetië. Deze Zuid-Osseetse Administratie zetelde in Koerta, een etnisch Georgisch dorpje ten noorden van de Zuid-Osseetse hoofdstad Tschinvali, en overzag ook de tijdelijke gemeenten. Als gevolg van de oorlog in 2008, waarbij Georgië het gezag over het gebied geheel verloor, is deze bestuurlijke indeling vooral een papieren werkelijkheid geworden. De Zuid-Osseetse Administratie zit sindsdien in ballingschap in Tbilisi. Het behartigt voornamelijk de belangen van vluchtelingen uit Zuid-Ossetië die in speciale nederzettingen wonen.
Bestuur en politiek
Op 2 november 1993 werd de eerste grondwet van de zelfverklaarde Republiek Zuid-Ossetië aangenomen, waarmee een presidentiële bestuursvorm werd geïntroduceerd. Een herziene versie van de grondwet werd op 8 april 2001 per referendum bekrachtigd.[158][159] Volgens deze grondwet, die niet door Georgië wordt erkend, is de president staatshoofd van de Republiek Zuid-Ossetië en hoofd van de uitvoerende macht van de regering.[160] Het parlement van Zuid-Ossetië kent eenkamer met 34 leden en is het wetgevende orgaan van Zuid-Ossetië.[161] Georgië en het merendeel van de internationale gemeenschap (VS, EU, OVSE e.a.) erkennen verkiezingen van zowel president als parlement in Zuid-Ossetië niet. De OVSE stuurt geen verkiezingswaarnemers. De autoriteiten in Zuid-Ossetië rekruteren doorgaans in samenwerking met Rusland waarnemers uit sympathiserende kringen.[162][163][164] Deze komen veelal uit landen die Zuid-Ossetië erkennen, zoals Rusland, Venezuela of Syrië, maar ook uit EU-lidstaten.[166]
President
De president van de republiek wordt voor vijf jaar gekozen door middel van een rechtstreekse volksstemming, met een maximum van twee achtereenvolgende termijnen. Op 24 mei 2022 werd Alan Gaglojev geïnstalleerd als vijfde president van de zelfverklaarde republiek.[167] Hij had de omstreden verkiezingen in twee rondes gewonnen van de herkiesbare Anatoli Bibilov.[168]
Parlement
Het eenkamer parlement van Zuid-Ossetië van 34 leden is het wetgevende orgaan van Zuid-Ossetië en wordt voor vijf jaar door de bevolking gekozen. In 2019 werd een gemengd kiessysteem ingevoerd waarbij 17 leden gekozen worden via enkelvoudige districten en 17 leden door middel van evenredige vertegenwoordiging.[161]
Verenigd Ossetië, opgericht door Anatoli Bibilov werd in bij de verkiezingen van 2014 en 2019 de grootste partij. Deze partij zet in op vereniging met Noord-Ossetië en Rusland.[169] Verenigd Ossetië tekende in 2018 een samenwerkingsverband met de Bosnisch-Servische regeringspartij Alliantie van Onafhankelijke Sociaal-Democraten,[170] en in 2022 met de Verenigd Rusland partij van president Vladimir Poetin.[171]
Russische militaire aanwezigheid
Een direct gevolg van de Russisch-Georgische Oorlog in 2008 was de sterk toegenomen Russische militaire aanwezigheid in zowel Zuid-Ossetië als Abchazië. In de periode 1992-2008 was in beide regio's een Russische vredesmacht aanwezig, maar deze had een beperkte grootte en was lichtbewapend.[73] Het zespuntenakkoord dat op 12 augustus 2008 gesloten werd, bepaalde dat de "Russische strijdkrachten terug zullen keren naar hun posities vóór het begin van de vijandelijkheden",[172] wat het hele de jure territorium van Georgië betrof.
Rusland erkende op 26 augustus 2008 de onafhankelijkheid van Zuid-Ossetië, wat de weg vrijmaakte om het verblijf van strijdkrachten buiten het zespuntenakkoord te legitimeren.[173] Volgens Rusland was Zuid-Ossetië een "soevereine staat" en geen onderdeel van Georgië. Het sloot vervolgens een "bilaterale" militair samenwerkings- en integratieovereenkomst met Zuid-Ossetië. Sindsdien stelt Georgië dat Zuid-Ossetië door Rusland bezet wordt.[6] Het wordt hierin gesteund door internationale partners.[174]
Militaire bases
In 2009 begon de Russische Federatie de militaire infrastructuur in Zuid-Ossetië sterk uit te breiden. Eerst werd de 4e Garde Militaire Basis bij Tschinvali opgericht met een dependance bij het centraal gelegen Dzjava (in het dorp Oegardanta),[175] op basis van een overeenkomst voor de duur van 49 jaar.[176] Daarna begon Rusland met de bouw van grenswachtbases om de zogenaamde "staatsgrens" van Zuid-Ossetië af te bakenen en te "beschermen". Volgens een rapport van Amnesty International werden in totaal 19 van deze zogeheten "gemilitariseerde grenswachtbases" gebouwd nabij de grens van Zuid-Ossetië met centraal gecontroleerd Georgië.[111][178][179] Deze kwamen onder het bevel van de Russische FSB-grenswachtdienst.
Naast deze faciliteiten zijn er ook een tweetal grote oefenterreinen bij Dzjava en aan de noordkant van Tschinvali, op de linkeroever van de rivier de Liachvi. In Zuid-Ossetië zijn naar schatting 3500 Russische militairen en ongeveer 1500 FSB-grenswachten gestationeerd.[112][180][181] De gevolgen van deze feitelijke Russische bezetting zijn significant voor de lokale bevolking rond de conflictlijn. Er worden wekelijks mensen gearresteerd en gevangen gezet voor het "illegaal oversteken van de grens", burgers kunnen over en weer familie, vrienden, begraafplaatsen et cetera niet bezoeken en de feitelijke grens is door de jaren heen steeds meer fysiek gemaakt door hekken, prikkeldraad of andere vormen van zichtbare (en eenzijdige) demarcatie.[177]
Mensenrechten
Het Georgisch-Ossetisch conflict heeft tijdens en na de oorlogen van 1991-1992 en 2008 veel mensenrechtenschendingen gekend. Ook onder de feitelijke Russische bezetting vanaf 2008 is er sprake van stelselmatige schending van mensenrechten. Dit treft met name de Georgische gemeenschap, wat regelmatig op internationale podia wordt aangekaart. Het wordt de achtergebleven gemeenschap van ongeveer 4000 Georgiërs in toenemende mate lastig gemaakt om naar centraal gecontroleerd Georgië te reizen, bijvoorbeeld voor toegang tot boerenland, sociale of medische bezoeken en het innen van het Georgische pensioen. Hetzelfde geldt voor de omgekeerde richting, vanuit Georgisch gecontroleerd gebied naar Zuid-Ossetië.
De grenssituatie treft ook de toegang voor de Georgische gemeenschap in Zuid-Ossetië tot het hoger onderwijs in bijvoorbeeld Tbilisi.[182] In 2017 werden alle Georgisch-talige scholen verplicht over te schakelen naar Russisch als primaire taal van onderwijs (zie 'Taal'). Georgiërs in Zuid-Ossetië kunnen geen lokale Zuid-Osseetse 'nationaliteit' krijgen zonder afstand te doen van de Georgische, waardoor zij geen aanspraak kunnen maken op rechten zoals stem- of pensioenrecht. Zuid-Osseetse regels staan een dubbele nationaliteit in combinatie met de Russische wel toe.[183]
Impact grensdemarcatie
De feitelijke grens is sinds 2008 op veel plaatsen fysiek zichtbaar gemaakt, met name langs de zuidelijke grens, zoals bij Choervaleti en Zemo Nikozi. Voorheen kende Zuid-Ossetië een administratieve grens, maar sinds de erkenning van de onafhankelijkheid door Rusland zijn de separatistische autoriteiten van Zuid-Ossetië in samenwerking met Rusland bezig de "staatsgrens" te markeren en wordt deze ook gehandhaafd. Er zijn honderden grensborden geplaatst, ruim 70 kilometer grens is van hekken of prikkeldraad voorzien en er zijn greppels gegraven als markering. De markering loopt soms dwars door dorpen of percelen landbouwgrond. Volgens mensenrechtelijke verdragen is deze belemmering een schending van het "recht op vrij verkeer" (binnen een staat).[185][186]
Passage via een aantal Zuid-Osseetse controleposten wordt veelal belemmerd en deze zijn lange tijd gesloten gehouden.[187] Dit had ook zijn weerslag op medisch noodzakelijke reizen en spoedtransporten naar centraal Georgisch gebied, met name voor de Georgiërs in het district Achalgori. Tbilisi is voor hen veel beter en sneller bereikbaar dan de Zuid-Osseetse hoofdstad Tschinvali, en de faciliteiten zijn in Tbilisi beter. Deze situatie heeft tot diverse doden geleid als gevolg van vertraagde spoedzorg.[188][189] In augustus 2022 werd door de Zuid-Osseetse leider Alan Gaglojev het beleid rond deze doorgangen versoepeld en werden twee doorgangen tien dagen per maand geopend.[190][191]
De Russische FSB-grenswacht, die de grensbewaking uitvoert, arresteert maandelijks tot tientallen personen in de buurt van de feitelijke grens, voornamelijk Georgiërs. Vaak worden deze naar Tschinvali gebracht waarna ze na een berechting vanwege "illegaal oversteken van de grens" met een boete een paar dagen later overgedragen worden aan de Georgische autoriteiten. De EU Monitoring Missie is hier altijd bij betrokken als facilitator van de 'hot line' en het contact tussen de de facto Zuid-Osseetse en Georgische autoriteiten. Sinds 2021 nam het aantal langdurige gevangenzetting van dergelijke arrestanten toe.[192] Georgië beschouwt deze praktijken als illegaal en kaart dit periodiek aan bij de verschillende internationale overlegrondes die er zijn,[193][194] alsmede in internationale gremia.[195]
Etnische zuivering
Terwijl Osseetse vluchtelingen van de gewapende conflicten in principe terug konden keren naar Zuid-Ossetië indien zij dat wensten, konden Georgiërs dat niet. Behalve de weigering hen toe te laten, werden vele etnisch-Georgische dorpen in Zuid-Ossetië tijdens en na de oorlog in 2008 vernield en onbewoonbaar gemaakt (bijvoorbeeld Avnevi, Koerta en Tamarasjeni). Er werd met andere woorden voor gezorgd dat Georgiërs geen plaats meer hebben om naar terug te keren. De Europese Unie, Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa en de Verenigde Naties hebben regelmatig resoluties aangenomen waarin het fundamentele recht op terugkeer wordt erkend, de gedwongen demografische verandering onacceptabel wordt genoemd en het recht op ongehinderde toegang tot humanitaire en medische zorg wordt onderstreept.[196][197][198]
De verslechterende situatie sinds 2019, door het moeilijker worden naar Georgisch gecontroleerd gebied te reizen,[199] de gesloten grensdoorgangen, en de daaropvolgende coronapandemie, hebben ertoe bijgedragen dat ook de achtergebleven Georgiërs langzamerhand het gebied verlaten. De Zuid-Osseetse afscheidingsautoriteiten introduceerden het 'Familie Herenigingsprogramma' wat bedoeld is om Georgiërs in Zuid-Ossetië te stimuleren naar centraal-Georgië te verhuizen. Het programma laat vertrekkers afstand doen van bezit in Zuid-Ossetië en ontneemt hen recht op terugkeer.[200]
Economie
De economie van Zuid-Ossetië is voornamelijk agrarisch gericht, hoewel minder dan 1% van het landoppervlak van Zuid-Ossetië wordt gebruikt voor akkerbouw.[201] Granen, fruit en wijnstokken zijn de belangrijkste producten. Tevens is er bosbouw en kleinschalige veeteelt. Er zijn ook een aantal industriële faciliteiten, met name rond de hoofdstad Tschinvali. In 2023 schatte het statistisch bureau van Zuid-Ossetië het BBP op ruim 7,5 miljard Russische roebel[202] (€ 76 miljoen[204]). Na de oorlog in de jaren negentig van de 20e eeuw had Zuid-Ossetië het economisch moeilijk. Het Zuid-Ossetische BBP werd in 2002 nog geschat op $15 miljoen ($250 per hoofd van de bevolking).[205]
Eind 2023 werd het aantal werkzame personen vastgesteld op 21.075, terwijl 1.530 personen als werkloos waren geregistreerd, op een totale beroepsbevolking van 40.084 (mannen 18-65, vrouwen 18-60).[206] Er waren 11 industriële ondernemingen waarvan 7 in bedrijf met een totale productie van ruim 209 miljoen roebel. Ter indicatie van de schaal van bedrijvigheid: de grootste werkgever is het staatsbedrijf "Zuid-Ossetische onderneming van bakkerijproducten" dat in 2023 167 werknemers in dienst had, bijna de helft van het totaal in de industrie.[207]
De Roki-tunnel is de levensader van Zuid-Ossetië en is economisch van essentieel belang. Het is de enige goederentransportroute Zuid-Ossetië in en uit doordat de regio zelf de de facto grens met Tbilisi gecontroleerd Georgië dicht houdt. In het verleden was de tunnel voor de Zuid-Osseten een goede inkomstenbron door douanerechten te heffen op het vrachtverkeer met bestemming Georgië of de zwarte markt in Ergneti. Deze laatste werd in 2004 door de Georgische autoriteiten gesloten vanwege smokkel en ontduiking invoerrechten: Tbilisi had geen controle over de tunnel en liep tot $100 miljoen douaneinkomsten mis.[208][77][210] In 2023 bedroegen de inkomsten uit invoerrechten 155 miljoen roebel (€1,6 miljoen).[211]
Vóór de Russisch-Georgische Oorlog van 2008 waren er in Zuid-Ossetië ruim 20 kleine fabrieken, met een totale productie van 61,6 miljoen roebel in 2006, waarvan in 2007 slechts 7 in bedrijf waren. In maart 2009 werd gemeld dat de meeste productiefaciliteiten stilstonden en gerepareerd moesten worden. Er was een tekort aan arbeiders en de bedrijven hadden grote schulden.[212] Tevens sloot Georgië na de oorlog de levering van elektriciteit aan het district Achalgori af, wat de sociaaleconomische situatie in dat gebied verslechterde.[213]
De de facto overheid van Zuid-Ossetië is vrijwel geheel afhankelijk van Russische financiële steun,[214][215] en in 2009 was toenmalig president Edoeard Kokojti dankbaar voor de Russische hulp voor wederopbouw.[216] In 2010 bestond de Zuid-Osseetse begroting voor bijna 99% uit Russische steun.[217] Volgens de Zuid-Osseetse autoriteiten was de begroting in 2023 voor 80% afhankelijk van de Russische donaties.[218]
Verkeer en vervoer
Zuid-Ossetië kent een beperkte vervoersinfrastructuur, zonder spoorwegen, luchthavens en havens. In het gebied liggen enkele hoofdwegen. De enige verbinding van belang met de buitenwereld is naar Rusland.
Wegen
De belangrijkste wegen in Zuid-Ossetië verbinden hoofdstad Tschinvali met Rusland en de belangrijkste plaatsen Dzjava, Kvaisa, Kornisi en Achalgori. In de Sovjetperiode was de belangrijkste verbinding door het gebied de weg Gori - Tschinvali - Oni die een regionale status kende. In 1986 werd de Transkaukasische hoofdweg (Transkam) geopend, die Tschinvali met het Russische Noord-Ossetië verbindt via de bijna 4 kilometer lange Roki-tunnel, destijds de langste autotunnel in de Sovjet-Unie.
In 1996 werd het Georgische wegnummer S10 aan het Transkam-traject Gori - Tschinvali - Roki-tunnel toegekend. Sinds 2008 is deze weg tussen Tschinvali en het nabijgelegen Georgisch gecontroleerde dorpje Ergneti afgesloten. Ook andere wegen tussen Zuid-Ossetië en centraal gecontroleerd Georgië zijn afgesloten. Alleen de regionale weg Gori - Achalgori kent een doorgang voor autoverkeer.
Spoorwegen
Tschinvali werd in 1940 vanaf Gori per spoor verbonden, wat het eindpunt van de spoorlijn was. De stad is sinds de burgeroorlog in 1991-1992 niet meer per trein te bereiken. Het spoor tussen Tschinvali en het laatste Georgisch gecontroleerde station in Nikozi is grotendeels opgebroken. Een poging in 2004 deze verbinding te herstellen liep destijds op niets uit.[219] Er waren in de 19e en 20e eeuw plannen voor een spoorverbinding door de Grote Kaukasus naar Rusland, via een kilometerslange spoortunnel. Ondanks verschillende onderzoeken kwam deze er niet en werd voorrang gegeven aan de aanleg van een autoweg door de bergen.[220]
Toerisme
Het toerisme in Zuid-Ossetië is onderontwikkeld en marginaal.[221] In mei 2023 riep de Zuid-Osseetse leider Alan Gaglojev op tot de oprichting van een 'Bureau voor toeristische ontwikkeling'. Hij erkende dat ondanks het grote potentieel van de republiek het resultaat van eerdere inspanningen tot verbetering van het toerisme tot nu toe nul is.[222] In 2019 zou Zuid-Ossetië ongeveer driehonderd toeristische bezoekers hebben gehad.[223]
Er zijn weinig toeristische faciliteiten en de enige wijze van toegang is over de weg vanuit Rusland. De grootste trekpleisters zijn het natuurschoon en de cultuur-historische monumenten.[224] Zuid-Ossetië is voornamelijk een bestemming voor budget-reizigers.[225]
Zuid-Ossetië is vanuit centraal gecontroleerd Georgië niet toegankelijk. De feitelijke Zuid-Osseetse autoriteiten staan inreizen alleen toe vanuit Rusland via de grenspost bij de Roki-tunnel. Hiervoor dient een speciale vergunning te worden aangevraagd.[226] Deze route is in strijd met de Georgische "wet op de bezette gebieden" en reizen naar Zuid-Ossetië kan leiden tot sancties van de Georgische autoriteiten.[6] Het is voor de Georgische autoriteiten alleen toegestaan naar Zuid-Ossetië te reizen via Georgisch gecontroleerd gebied. Het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken heeft voor Zuid-Ossetië een negatief (rood) reisadvies afgegeven.[227]
Zie ook
Referenties
- Literatuur
- Archipova, Ekaterina (2007). Южная и Северная Осетия: административно/территориальное разделение (1801–1925 годы) (Zuid- en Noord-Ossetië: administratieve/territoriale indeling (1801-1925)). Вестник Евразии (Bulletin van Eurazië) (No.2): pp.194-195. Geraadpleegd op 8 april 2022.
- Bakradze, Akaky, Omar Chubinidze (1994). Осетинский Вопрос (Osseetse Kwestie) - in het Russisch, 1e druk. Kera XXI, Tbilisi. Geraadpleegd op 18 april 2022.
- Coene, Frederik (2010). The Caucasus, an introduction, 1e druk. Routledge, Londen. ISBN 0–415–48660–2. Geraadpleegd op 6 april 2022.
- Cornell, Svante (2002). Autonomy and Conflict: Ethnoterritoriality and Separatism in the South Caucasus – Case in Georgia (pdf), 1e druk. Department of Peace and Conflict Research, Uppsala University. ISBN 91-506-1600-5. Gearchiveerd op 23 maart 2022. Geraadpleegd op 9 april 2022.
- Cornell, Svante E., Starr, Frederick (2009). The Guns of August - Russia's War in Georgia, 1e druk. M.E. Sharpe, Armonk (NY), Londen. ISBN 978-0-7656-2508-3. Geraadpleegd op 23 januari 2022.
- Geiger, Bernhard, Tibor Halasi-Kun, Aert H. Kuipers, Karl H. Menges (1959). Peoples and Languages of the Caucasus - A Synposis, 1e druk. Mouton & Co, Den Haag, p. 47. Geraadpleegd op 7 april 2022.
- Gogiashvili, Otar (2015). Осетины В Грузии (Osseten in Georgië), 1e druk. Universal, Tbilisi. ISBN 978-9941-22-522-2. Geraadpleegd op 23 april 2022.
- HRW, Up in Flames (pdf). Human Rights Watch (2009). Geraadpleegd op 21 januari 2022.
- ICG, Georgia: Avoiding War in South Ossetia (Europe Report N°159). International Crisis Group (26 november 2004). Geraadpleegd op 23 april 2022.
- ICG, Georgia's South Ossetia Conflict: Make Haste Slowly (Europe Report N°183). International Crisis Group (2007). Geraadpleegd op 22 januari 2022.
- ICG (2010). South Ossetia: The Burden of Recognition. ICG Europe Report (205) (International Crisis Group). Geraadpleegd op 7 april 2022.
- Janelidze, Otar (2017). The Essays of the History of the Democratic Republic of Georgia (in het Georgisch) (pdf), 1e druk. Nationale Parlementaire Bibliotheek van Georgië, Tbilisi. ISBN 978-9941-8-0034-4. Geraadpleegd op 8 april 2022.
- King, Charles (2008). The Ghost of Freedom: A history of the Caucasus, 1e druk. Oxford University Press, New York. DOI:10.1093/acprof:oso/9780195177756.001.0001, p. 121. ISBN 978-0–19-517775-6. Geraadpleegd op 8 april 2022.
- Lee, Eric (2017). The Experiment: Georgia's Forgotten Revolution 1918-1921, 1e druk. ZED Books, Londen, p. 135-138. ISBN 978-1-78699-092-1. Geraadpleegd op 8 april 2022.
- Samkharadze, Nikoloz (2021). Russia's Recognition of the Independence of Abkhazia and South Ossetia. Soviet and Post-Soviet Politics and Society (SPPS) via ibidem Press. ISBN 978-3-8382-1414-6.
- Sammut, Dennis; Cvetkovski, Nikola, Confidence Building Matters - The Georgia—South Ossetia Conflict (pdf). Vertic (1996). Geraadpleegd op 24 april 2022.
- Skinner, Peter F. (2014). Georgia, the Land Below the Caucasus - A narrative history, 1e druk. Narikala Publications, New York, Londen, Tbilisi. ISBN 978-0-9914232-0-0. Geraadpleegd op 17 januari 2022.
- Toal, Gerard (2017). Near Abroad - Putin, the West, and the Contest Over Ukraine and the Caucasus, 1e druk. Oxford University Press, New York, 129-131. ISBN 978-0-19-025330-1. Geraadpleegd op 6 april 2022.
- Topchishvili, Roland (2009). Causes of War - Prospects for Peace, 1e druk. Konrad Adenauer Stichting, Tbilisi. ISBN 2345632456. Geraadpleegd op 8 april 2022.
- Topchishvili, Roland (2021). Truso - Historical And Ethnocultural Issues, 1e druk. Shota Rustaveli Georgian National Science Foundation, Tbilisi. ISBN 978-9941-493-11-9. Geraadpleegd op 8 april 2022.
- Waal, Thomas de (2010). The Caucasus, an introduction, 1e druk. Oxford University Press, New York. ISBN 978-0–19-539977-6. Geraadpleegd op 6 april 2022.
- Waal, Thomas de, Twickel, Nikolaus von (2020). Beyond Frozen Conflict - Scenarios for the Separatist Disputes of Eastern Europe, 1e druk. Rowman & Littlefield International (CEPS), Londen. ISBN 978-1-5381-4418-3. Geraadpleegd op 6 april 2022.
- Wixman, Ronald (1984). Peoples of the USSR - An Ethnographic Handbook, 1e druk. MacMillan Press, Londen. DOI:10.1007/978-1-349-07311-5, pp. 151-152. ISBN 978-0-333-36981-4. Geraadpleegd op 7 april 2022.
- Zisserman, Arnold L (1879). Twenty-five Years in the Caucasus, 1e vertaalde druk (vertaling 2018). Narikala Publications, New York, Londen, Tbilisi. ISBN 978-0–9914232-2-4. Geraadpleegd op 7 april 2022.
- Statistisch Bureau van Zuid-Ossetië, Статистический сборник за 2023 год (Statistische samenvatting voor 2023) (pdf). Ministerie van Staatsstatistieken van de Republiek Zuid-Ossetië (2024). Geraadpleegd op 18 juli 2024.
- Bronnen, noten en/of referenties
- ↑ a b Statistisch Bureau van Zuid-Ossetië 2024, p. 9, Deze gegevens worden niet erkend door Georgië..
- ↑ 1 januari 2024
- ↑ De facto leider, wordt niet erkend door Georgië.
- ↑ De facto munteenheid, niet erkend door Georgië.
- ↑ Geen betaalmiddel. Is een speciale munteenheid voor herdenkingsmunten.
- ↑ a b c d (en) Law of Georgia on Occupied Territories. The Legislative Herald of Georgia (23 oktober 2008). Geraadpleegd op 28 april 2022.
- ↑ a b c d (ru) 25 лет назад состоялся референдум о независимости РЮО (25 years ago a referendum on the independence of South Ossetia was held). Administration of the President of the Republic of South Ossetia (16 januari 2017). Geraadpleegd op 25 april 2022.
- ↑ (en) Nicaragua to Recognize Abkhazia, S.Ossetia. Civil Georgia (4 september 2008). Geraadpleegd op 24 juni 2023.
- ↑ (en) Venezuela Recognizes Abkhazia, S.Ossetia. Civil Georgia (10 september 2009). Geraadpleegd op 24 juni 2023.
- ↑ (en) Pacific Island Recognizes S.Ossetia. Civil Georgia (16 december 2009). Geraadpleegd op 24 juni 2023.
- ↑ a b (en) Syria Recognizes Abkhazia, South Ossetia. Civil Georgia (29 mei 2018). Geraadpleegd op 6 april 2022.
- ↑ (en) Tuvalu Retracts Abkhazia, S.Ossetia Recognition. Civil Georgia (31 maart 2014). Geraadpleegd op 24 juni 2023.
- ↑ Zie Internationale erkenning van Abchazië en Zuid-Ossetië)
- ↑ ICG 2004, p. 8.
- ↑ a b South Ossetia Postpones Referendum On Accession To Russian Federation. Radio Free Europe (30 mei 2016). Geraadpleegd op 24 april 2022.
- ↑ (en) The South Ossetia Referendum: No Rush for the Russians. Carnegie Endowment for International Peace - Moscow Center (21 juni 2016). Geraadpleegd op 2 april 2022.
- ↑ (en) The Ossetian neverendum. European Council on Foreign Relations (1 september 2016). Geraadpleegd op 2 april 2022.
- ↑ (en) Final Vote Tally for S. Ossetia Leadership Polls Approved. Civil Georgia (12 april 2017). Geraadpleegd op 2 april 2022.
- ↑ (en) Bibilov on Two Referendums, Unlikely ‘Provocations’ from Tbilisi. Civil Georgia (5 april 2022). Geraadpleegd op 7 april 2022.
- ↑ (en) Tskhinvali Registers Group for Russian Annexation Referendum. Civil Georgia (7 april 2022). Geraadpleegd op 7 april 2022.
- ↑ a b (en) S. Ossetian Leader Suspends Russian Annexation Referendum. Civil Georgia (30 mei 2022). Geraadpleegd op 31 mei 2022.
- ↑ (en) Russia’s Policy of Passport Proliferation. Rusi (1 mei 2020). Geraadpleegd op 21 januari 2022.
- ↑ (en) Agnia Grigas, Russia’s Passport Expansionism | by Agnia Grigas. Project Syndicate (7 mei 2019). Geraadpleegd op 24 juni 2021.
- ↑ "S Ossetia bitterness turns to conflict", BBC, 8 augustus 2008. Geraadpleegd op 9 augustus 2008.
- ↑ Coene 2010, p. 151.
- ↑ a b Toal 2017, pp. 129-131.
- ↑ Topchishvili 2009, p. 116, hoofdstuk "Ethnic Processes in Shida Karthli (The Ossetians in Georgia)".
- ↑ Waal 2020, p. 191.
- ↑ Geiger 1959, p. 47.
- ↑ Wixman 1984, pp. 151-152.
- ↑ Topchishvili 2009, pp. 119-121, hoofdstuk "Ethnic Processes in Shida Karthli (The Ossetians in Georgia)".
- ↑ Topchishvili 2021, p. 32, hoofdstuk "Truso – Historical-ethnographic Region of Georgia".
- ↑ (en) Backgrounder: Tskhinvali’s Territorial Claims in Kazbegi Municipality. Civil Georgia (7 februari 2019). Geraadpleegd op 8 april 2022.
- ↑ Coene 2010, pp. 122-125.
- ↑ a b c d Waal 2010, pp. 136-137.
- ↑ Zisserman 1879, pp. 73-74.
- ↑ King 2008, p. 121.
- ↑ (ru) Тифлисская Губерния (Tiflisskaya Gouvernement. Grote Russische Encyclopedie. Gearchiveerd op 20 september 2022. Geraadpleegd op 7 april 2022.
- ↑ Topchishvili 2009, p. 118, hoofdstuk "Ethnic Processes in Shida Karthli (The Ossetians in Georgia)".
- ↑ Archipova 2007, pp. 194-195.
- ↑ Janelidze 2017, p. 178.
- ↑ a b Janelidze 2017, p. 185.
- ↑ Janelidze 2017, pp. 179-182.
- ↑ Janelidze 2017, pp. 182-183.
- ↑ a b Lee 2017, pp. 135-138.
- ↑ Cornell 2002, p. 188.
- ↑ Skinner 2014, pp. 464-471, hoofdstuk 20 "The Independent Democratic Republic of Georgia 1918-1921".
- ↑ Janelidze 2017, p. 188, Volgens Georgisch bronnenonderzoek zouden er door Georgisch toedoen 669 Osseten zijn omgekomen en terwijl 4.143 Osseten door vlucht zouden zijn omgekomen..
- ↑ Skinner 2014, pp. 467-468, hoofdstuk 20 "The Independent Democratic Republic of Georgia 1918-1921".
- ↑ (en) The international community will recognize and condemn the Ossetian genocide - Anatoly Bibilov. RES Agency (20 juni 2020). Geraadpleegd op 8 april 2022.
- ↑ Het voormalige Gori district komt overeen met het moderne Sjida Kartli; Dusheti en Tianeti komen overeen met Mtscheta-Mtianeti; Shorapani komt overeen met Imereti; Racha komt overeen met Ratsja-Letsjchoemi en Kvemo Svaneti.
- ↑ Bakradze 1994, p. 161.
- ↑ (en) Russian Federation: Legal Aspects of War in Georgia. Library of Congress. Geraadpleegd op 18 april 2022.
- ↑ Waal 2020, p. 190.
- ↑ Bakradze 1994, pp. 158-160.
- ↑ Bakradze 1994, pp. 165-166.
- ↑ Gogiashvili 2015, pp. 237-239, 244.
- ↑ Bakradze 1994, pp. 72-73.
- ↑ Archipova 2007, pp. 199-201.
- ↑ (en) Ethnic composition of Georgia 1989. Population Statistics Eastern Europe and former USSR. Geraadpleegd op 23 april 2022.
- ↑ Volgens de volkstelling van 1989 woonden in Zuid-Ossetië 65.232 Osseten, en in de hele Georgische SSR 164.055.[61]
- ↑ (en) Sartania, Katie, Struggle and Sacrifice: Narratives of Georgia’s Modern History. Carnegie Europe (27 april 2021). Geraadpleegd op 11 juni 2023.
- ↑ Cornell 2002, p. 159.
- ↑ a b ICG 2004, p. 3.
- ↑ Cornell 2002, p. 161.
- ↑ Toal 2017, pp. 132-133.
- ↑ Cornell 2002, p. 162.
- ↑ a b Sammut 1996, p. 27.
- ↑ ICG 2007, p. 29, Appendix D.
- ↑ a b Sammut 1996, pp. 12-13.
- ↑ Coene 2010, p. 153.
- ↑ a b (en) Global Peace Operations - Annual Review 2007 (pdf). Center on International Cooperation (CIC) 136 (2007). Gearchiveerd op 19 januari 2022. Geraadpleegd op 21 januari 2022.
- ↑ a b ICG 2004, p. 4.
- ↑ a b (en) Georgia-South Ossetia: Refugee Return the Path to Peace. International Crisis Group Pag.4 (19 april 2005). Geraadpleegd op 10 juni 2023.
- ↑ Toal 2017, pp. 134.
- ↑ a b Waal 2020, p. 192.
- ↑ ICG 2004, p. 6.
- ↑ (en) Saakashvili: I will Control Adjara. Civil Georgia (5 maart 2004). Geraadpleegd op 24 juni 2021.
- ↑ (en) Saakashvili’s Vows Improvements with Drastic Measures. Civil Georgia (25 januari 2004). Geraadpleegd op 21 januari 2022.
- ↑ (en) Georgian Leader Vows To Restore 'Territorial Integrity'. Radio Free Europe (20 juli 2004). Geraadpleegd op 21 januari 2022.
- ↑ (en) Abashidze Flees Georgia. Civil Georgia (6 mei 2004). Geraadpleegd op 22 januari 2022.
- ↑ ICG 2004, pp. 10-15.
- ↑ (en) Closure of Ergneti Black Market Boosted Customs Revenues. Civil Georgia (2 september 2004). Geraadpleegd op 11 juni 2023.
- ↑ (en) Georgia, Russia at Odds Over South Ossetia. Civil Georgia (2 juni 2004). Geraadpleegd op 22 januari 2022.
- ↑ (en) Controversial Reports over Deployment of Extra Arms Flare Tensions in Ossetia. Civil Georgia (12 juni 2004). Geraadpleegd op 22 januari 2022.
- ↑ (en) Arms Seizure Flares Tensions in South Ossetia, Causes Controversy in Georgian Cabinet. Civil Georgia (7 juli 2004). Geraadpleegd op 22 januari 2022.
- ↑ (en) Tbilisi Says "No" to the Use of Force, Despite Attacks on Georgian Checkpoints in South Ossetia. Civil Georgia (8 juli 2004). Geraadpleegd op 22 januari 2022.
- ↑ (en) Death Toll Climbs to 12 in South Ossetia. Civil Georgia (19 augustus 2004). Geraadpleegd op 22 januari 2022.
- ↑ (en) Georgian Troops Take Over South Ossetian Strongholds. Civil Georgia (19 augustus 2004). Geraadpleegd op 22 januari 2022.
- ↑ (en) Georgia Pulls Out Troops, Hands Over Key Positions in South Ossetia. Civil Georgia (20 augustus 2004). Geraadpleegd op 22 januari 2022.
- ↑ (en) Russia's troop withdrawal from Georgia: the start of a new friendship?. Eurasianet (10 augustus 2005). Geraadpleegd op 22 januari 2022.
- ↑ ICG 2007, pp. 12-14.
- ↑ (en) Siloviki versus liberal-technocrats - The fight for Russia and its foreign policy. Danish Institute for International Studies pp.43-44 (1 juli 2007). Geraadpleegd op 22 januari 2022.
- ↑ (en) Saakashvili: Russia Threatens to Recognize Abkhazia, S.Ossetia. Civil Georgia (26 september 2006). Geraadpleegd op 22 januari 2022.
- ↑ (en) Group Announces ‘Alternative Polls’ in S.Ossetia. Civil Georgia (24 oktober 2006). Geraadpleegd op 24 april 2022.
- ↑ (en) Kokoity Speaks of Tbilisi’s Plans to Set up ‘Puppet Government. Civil Georgia (25 oktober 2006). Geraadpleegd op 24 april 2022.
- ↑ ICG 2007, pp. 2-3.
- ↑ (en) Moscow will respond to NATO with Abkhazia. Civil Georgia (14 april 2008). Geraadpleegd op 22 januari 2022.
- ↑ Cornell 2009, pp. 69-70, 138, 146.
- ↑ a b (en) Russian Railroad Troops Complete Mission in Abkhazia. Jamestown (31 juli 2008). Geraadpleegd op 22 januari 2022.
- ↑ (en) ‘Georgia Decided to Restore Constitutional Order in S.Ossetia’ – MoD Official. Civil Georgia (8 augustus 2008). Geraadpleegd op 24 april 2022.
- ↑ (en) Russia Endorses Six-Point Plan. Civil Georgia (12 augustus 2008). Geraadpleegd op 24 januari 2022.
- ↑ (en) EU Summit Decisions on Georgia. Civil Georgia (1 september 2008). Geraadpleegd op 24 april 2022.
- ↑ (en) New Agreement in Force. Civil Georgia (8 september 2008). Geraadpleegd op 24 april 2022.
- ↑ (en) Russia Keeps Strong Military Grip on Abkhazia, S.Ossetia. Civil Georgia (9 september 2008). Geraadpleegd op 24 april 2022.
- ↑ (en) Scheffer: Russian Troops in Abkhazia, S.Ossetia Unacceptable. Civil Georgia (15 september 2008). Geraadpleegd op 24 april 2022.
- ↑ (en) Bill on Occupied Territories Signed into Law. Civil Georgia (31 oktober 2008). Geraadpleegd op 28 april 2022.
- ↑ (en) Judgment in the case concerning the armed conflict between Georgia and the Russian Federation in August 2008 and its consequences. Europees Hof voor de Rechten van de Mens (29 januari 2021). Geraadpleegd op 10 juni 2023.
- ↑ (en) ECHR obliges Russia to pay Georgia about 130 million euros. JAM News (28 april 2023). Geraadpleegd op 10 juni 2023.
- ↑ a b Behind barbed wire, Amnesty (2019), pagina 14.[177]
- ↑ a b (en) Military occupation of Georgia by Russia. Rule of Law in Armed Conflicts project (RULAC) of the Geneva Academy of International Humanitarian Law and Human Rights (22 februari 2021). Geraadpleegd op 8 mei 2022.
- ↑ (en) Moscow, Tskhinvali Sign ‘Integration Treaty’. Civil Georgia (18 maart 2015). Geraadpleegd op 24 april 2022.
- ↑ (en) NATO Statement on Moscow-Tskhinvali ‘Integration’ Treaty. Civil Georgia (18 maart 2015). Geraadpleegd op 24 april 2022.
- ↑ (en) Moscow, Tskhinvali Ink Military Agreement. Civil Georgia (3 april 2017). Geraadpleegd op 24 april 2022.
- ↑ (en) United Nations ‘Regrets’ Tskhinvali Referendum. Civil Georgia (14 april 2017). Geraadpleegd op 24 april 2022.
- ↑ (en) Tskhinvali Leader Plans ‘Legal Steps’ for Joining Russia. Civil Georgia (30 maart 2022). Geraadpleegd op 2 april 2022.
- ↑ (en) Moscow Wants Referendum Before Annexing S. Ossetia. Civil Georgia (31 maart 2022). Geraadpleegd op 7 april 2022.
- ↑ (en) South Ossetian troops fighting for Russia in Ukraine. Eurasianet (29 maart 2022). Geraadpleegd op 24 april 2022.
- ↑ a b Statistisch Bureau van Zuid-Ossetië 2024, p. 7.
- ↑ (en) Levan Tielidze, Ramin Gobejishvili, Levan Maruashvili en Nikoloz Astakhov (2019). Geomorphology of Georgia. Springer, pp. 144-147. ISBN 978-3-319-77764-1. Geraadpleegd op 26 april 2022.
- ↑ Geomorphology of Georgia, Hoofdstuk 12 "Eastern Georgia (Iveria) Intermountain Plain", pagina 206 "According to the orographic and morphogenetic features, the Iveria Plain is divided into several regions as follows: (1) the Shida Kartli Plain, (2) the Kvemo Kartli Plain, (3) the Iori Upland, (4) the Gombori Range, and (5) the Alazani Plain"; 12.2.2 Foothill Mountainous-Hilly Relief (of the Shida Kartli Plain), pagina 208.[121]
- ↑ Любители альпинизма и туризма зафиксировали рост Халацы (Fans of mountaineering and tourism recorded the growth of Khalatsa). Administration of the President of the Republic of South Ossetia (20 september 2015). Geraadpleegd op 26 april 2022.
- ↑ Levan G. Tielidze, Roger D. Wheate (10 januari 2018). The Greater Caucasus Glacier Inventory (Russia, Georgia and Azerbaijan). The Cryosphere 12: pagina 81–94 (European Geosciences Union). ISSN: 1994-0416. DOI: 10.5194/tc-12-81-2018.
- ↑ In 2014 is het aantal gletsjers in de Grote Kaukasus vastgesteld op 2.020, waarvan 637 in Georgië (31,5%).[124]
- ↑ ICG 2010, p. 4, voetnoot 29.
- ↑ Ariel Cohen, Robert E Hamilton (1 juni 2011). The Russian Military and the Georgia War: Lessons and Implications: pagina 13,19,24,25 (Strategic Studies Institute). Geraadpleegd op 26 april 2022.
- ↑ (ru) Моделирование исторических данные о климате и погоде для Цхинвали (Modellering van historische klimaat- en weergegevens voor Tskhinvali). Meteo Blue. Geraadpleegd op 17 april 2023.
- ↑ Het klimaat van Tschinvali. Klimaatinfo. Geraadpleegd op 17 april 2023.
- ↑ (en) Georgia - Climatology (Shida Kartli data). Climate Change Knowledge Portal - Worldbank. Geraadpleegd op 17 april 2023.
- ↑ a b (en) Ethnic composition Georgia 1926. Population Statistics Eastern Europe and former USSR. Geraadpleegd op 27 april 2022.
- ↑ a b c d (ru) Population of South Ossetia (1939, 1959). Ethno Kavkaz. Geraadpleegd op 18 januari 2022.
- ↑ a b (en) Ethnic composition of Georgia 1970. Population Statistics Eastern Europe and former USSR. Geraadpleegd op 27 april 2022.
- ↑ a b (en) Ethnic composition of Georgia 1979. Population Statistics Eastern Europe and former USSR. Geraadpleegd op 27 april 2022.
- ↑ a b (en) Ethnic composition of Georgia 1989. Population Statistics Eastern Europe and former USSR. Geraadpleegd op 27 april 2022.
- ↑ a b ICG 2004, p. 6, Aantal inwoners 2004 is een groffe schatting: "Authorities [in South Ossetia] claim some 80,000 persons live in the region. However the real number of full time residents is likely around 65,000 [in 2004]. No more than 36,600 are reported to have voted in the 2004 South Ossetian parliamentary elections"..
- ↑ (ru) Statistische Publicaties. Departement van Staatsstatistieken van de Republiek Zuid-Ossetië. Geraadpleegd op 16 april 2023.
- ↑ Vanaf 2012, Zuid-Osseetse jaardata per 1 januari via de Zuid-Osseetse statistische dienst.[137] Deze statistieken worden niet door Georgië erkend.
- ↑ (en) Census Republiek Zuid-Ossetië 2015. Population Statistics Eastern Europe and former USSR. Geraadpleegd op 27 april 2022.
- ↑ ICG 2004, pp. 5-6, Effecten 1991-1992 oorlog: "While precise figures are difficult to find, accounts claim that between 40,000 and 100,000 Ossetians from South Ossetia and Georgia proper fled [to North Ossetia] during the conflict. Additionally, some 10,000 Georgians and persons of mixed ethnicity were displaced from South Ossetia to Georgia proper, and 5,000 internally displaced in South Ossetia.".
- ↑ (en) 20 years of internal displacement in Georgia: the international and the personal. Forced Migration Review (1 november 2012). Geraadpleegd op 27 april 2022.
- ↑ Statistisch Bureau van Zuid-Ossetië 2024, pp. 13-16, Figuur 1.2, Tabel 1.1 en 1.2.
- ↑ (en) Population cities & towns of Georgia. Population Statistics Eastern Europe and former USSR. Geraadpleegd op 27 april 2022.
- ↑ (en) Ethnic composition rural Georgia 1923. Population Statistics Eastern Europe and former USSR. Geraadpleegd op 27 april 2022.
- ↑ Statistisch Bureau van Zuid-Ossetië 2024, p. 16, Tabel 1.2. Deze statistieken worden niet door Georgië erkend..
- ↑ Statistisch Bureau van Zuid-Ossetië 2024, pp. 18-19, Tabel 1.6, "De nationale samenstelling van de huidige bevolking volgens de volkstelling van de Republiek Zuid-Ossetië in 2015".
- ↑ a b (en) Ethnic composition South Ossetia in 2015. Population Statistics Eastern Europe and former USSR. Geraadpleegd op 27 april 2022.
- ↑ Van de 5.818 inwoners van Tschinvali in 1926 waren 3.659 etnisch Georgisch (63%, inclusief 1.739 Georgische Joden) en 1.152 Osseten (20%).
- ↑ (en) Democracy Research Institute reports ethnic Georgian residents of Russia-occupied Akhalgori are leaving the district. Agenda.ge (27 november 2020). Geraadpleegd op 27 april 2022.
- ↑ Totaal van "Georgische Joden" en "Joden"
- ↑ (en) S.Ossetia Election Goes into Runoff. Civil Georgia (14 november 2011). Geraadpleegd op 9 mei 2022.
- ↑ Bijna 84% stemde vóór deze gelijkstelling.[151]
- ↑ (ru) Я открыто говорю референдуму — «Нет» (Ik zeg openlijk tegen het referendum - "Nee"). RES Agency (11 november 2011). Geraadpleegd op 9 mei 2022.
- ↑ (en) No More Georgian in South Ossetia’s Schools?. Eurasianet (20 september 2017). Geraadpleegd op 9 mei 2022.
- ↑ (ka) How Akhalgori is Russified. Radio Tavisupleba (RFE/RL) (14 februari 2020). Geraadpleegd op 9 mei 2022.
- ↑ (en) Freedom in the world 2021 - South Ossetia. Freedom House (2021). Geraadpleegd op 9 mei 2022.
- ↑ a b Statistisch Bureau van Zuid-Ossetië 2024, pp. 8, 16.
- ↑ (ru) Конституция — Основной Закон государства (De grondwet is de basiswet van de staat). Administration of the President of the Republic of South Ossetia (7 april 2015). Geraadpleegd op 29 april 2022.
- ↑ a b c (ru) Конституция (Grondwet). Regering van de Republiek Zuid-Ossetië. Geraadpleegd op 29 april 2022.
- ↑ Artikel 47, Grondwet.[159]
- ↑ a b Artikel 57, Grondwet.[159]
- ↑ (en) Foreign Observation of the Illegitimate Elections in South Ossetia and Abkhazia in 2019. European Platform for Democratic Elections EPDE (5 december 2019). Geraadpleegd op 29 april 2022.
- ↑ a b (en) Database of Politically biased observers at 2019 parliamentary elections South Ossetia. EPDE - Politically Biased Election Observers Database. Geraadpleegd op 29 april 2022.
- ↑ (en) More than 60 international observers will be observing the presidential elections in South Ossetia. RES Agency (9 april 2022). Geraadpleegd op 29 april 2022.
- ↑ (en) South Ossetia is interesting for Russia as a geopolitical partner, - an observer from Belgium. RES Agency (10 juni 2019). Geraadpleegd op 1 mei 2022.
- ↑ De waarnemers uit de EU worden met name gerekruteerd uit Rusland-gezinde partijen of groeperingen,[163] veelal van radicaal-rechtse signatuur, zoals de Duitse Gunnar Lindeman (AfD), de Belgische Kris Roman (Vlaams Blok, leider Europe-Rus)[165], Italiaanse Stefano Bonilauri (Lega Nord) en de Finse radicaal-linkse anti-fascist en Rusland-propagandist Johan Bäckman.
- ↑ (ru) Alan Gagloev took office as President of South Ossetia. RES Agency (24 mei 2022). Geraadpleegd op 24 mei 2022.
- ↑ (en) Opposition Candidate Leads in S. Ossetian Runoff. Civil Georgia (9 mei 2022). Geraadpleegd op 9 mei 2022.
- ↑ (ru) A new United Ossetia party has been created in South Ossetia. RES Agency (5 september 2012). Geraadpleegd op 29 april 2022.
- ↑ (ru) The ruling parties of South Ossetia and Republika Srpska agreed to cooperate. RES Agency (12 januari 2018). Geraadpleegd op 29 april 2022.
- ↑ (ru) Historical document: parties "United Ossetia" and "United Russia" signed a cooperation agreement. RES Agency (8 februari 2022). Geraadpleegd op 29 april 2022.
- ↑ (en) 6-puntenakkoord tussen Georgië en Rusland (pdf). PA-X Peace Agreement Access Tool. Geraadpleegd op 8 mei 2022.
- ↑ Samkharadze 2021, p. 184.
- ↑ (en) Saakashvili Stresses on Term Occupation, Speaks on Russia. Civil Georgia (29 juni 2010). Geraadpleegd op 10 juni 2023.
- ↑ (ru) Commander-in-Chief of the Ground Forces of Russia arrived on a working visit to South Ossetia. Vesti Kavkaza (11 juli 2012). Geraadpleegd op 8 mei 2022.
- ↑ (ru) Bases for 49 years - Federation Council ratified agreements on military bases in Abkhazia and South Ossetia. Rossiyskaya Gazeta (29 september 2011). Geraadpleegd op 8 mei 2022.
- ↑ a b c d (en) Behind barbed wire: Human rights toll of “borderization” in Georgia (pdf). Amnesty International (July 2019). Geraadpleegd op 8 mei 2022.
- ↑ (en) EUMM Monitor Bulletin #7 October 2018 (pdf). European Union Monitoring Mission in Georgia (October 2018). Geraadpleegd op 8 mei 2022.
- ↑ (ru) Border guards completed the arrangement of the border in South Ossetia. Interfax Russia (12 juli 2012). Geraadpleegd op 8 mei 2022.
- ↑ Waal 2020, p. 196.
- ↑ (en) The International Institute for Strategic Studies (IISS) (2018). The Military Balance. The Annual Assessment of Global Military Capabilities and Defence Economics. Routledge, pagina 224. ISBN 978-1-85743-955-7. Geraadpleegd op 8 mei 2022.
- ↑ Behind barbed wire, Amnesty (2019), pagina 14.[177]
- ↑ ICG 2010, p. 13.
- ↑ (en) Universal Declaration of Human Rights. Verenigde Naties. Geraadpleegd op 17 mei 2022.
- ↑ Artikel 13, Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.[184]
- ↑ Behind barbed wire, Amnesty (2019), Hoofdstuk 5, pagina 19-25.[177]
- ↑ (en) EU Calls for Reopening Tskhinvali Crossing Points. Civil Georgia (6 september 2021). Geraadpleegd op 17 mei 2022.
- ↑ (en) Akhalgori Patient Dies After Delayed Transfer to Georgia Proper, Tbilisi Says. Civil Georgia (16 november 2020). Geraadpleegd op 17 mei 2022.
- ↑ (en) DRI: The isolation policy of de facto Tskhinvali claims lives of two more people. Democracy Research Institute (20 januari 2022). Geraadpleegd op 17 mei 2022.
- ↑ (en) South Ossetia to partially reopen crossing points for Akhalgori Georgians. Open Caucasus Media (18 augustus 2022). Geraadpleegd op 28 augustus 2022.
- ↑ (en) South Ossetia has opened up a bit. Residents on the de facto boundary with Georgia hope it lasts.. Eurasianet (22 september 2022). Geraadpleegd op 10 juni 2023.
- ↑ (en) Unprecedentedly high rate of illegal detentions in Tskhinvali. Democracy Research Institute (17 december 2021). Geraadpleegd op 17 mei 2022.
- ↑ (en) 111th IPRM Meeting Takes Place in Ergneti. Civil Georgia (2 maart 2023). Geraadpleegd op 10 juni 2023.
- ↑ (en) 55th Round of Geneva International Discussions. Civil Georgia (9 december 2021). Geraadpleegd op 10 juni 2023.
- ↑ (en) Georgian FM Addresses PACE as Chair of CoE Committee of Ministers. Civil Georgia (28 januari 2020). Geraadpleegd op 10 juni 2023.
- ↑ (en) Resolutie 75/285 'Status of internally displaced persons and refugees from Abkhazia, Georgia, and the Tskhinvali region/South Ossetia, Georgia'. Verenigde Naties (16 juni 2021). Geraadpleegd op 17 mei 2022.
- ↑ (en) Humanitarian needs and rights of internally displaced persons in Europe. Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa (25 april 2018). Geraadpleegd op 17 mei 2022.
- ↑ (en) RC-B8-0275/2018 Georgian occupied territories 10 years after the Russian invasion. Europees Parlement (14 juni 2018). Geraadpleegd op 17 mei 2022.
- ↑ (en) Residents of occupied Akhalgori forced to get special passes to enter rest of Georgia. Agenda.ge (3 april 2019). Geraadpleegd op 17 mei 2022.
- ↑ (en) Local population leaves Akhalgori. Democracy Research Institute (27 november 2020). Geraadpleegd op 17 mei 2022.
- ↑ Statistisch Bureau van Zuid-Ossetië 2024, p. 100, Tabel 11.1 Landgebruik landbouw: Bijna 145 km² is in gebruik voor akkerbouw, waarvan ruim 27 km² in 2023 werd ingezaaid. Voor (niet intensieve) veeteelt is bijna 30% van het totale landoppervlak in gebruik: ruim 1038 km² aan weidegrond en ruim 92 km² voor hooiproductie..
- ↑ Statistisch Bureau van Zuid-Ossetië 2024, p. 82, BBP.
- ↑ (en) EUR/RUB - Euro Russian Ruble. Investing. Geraadpleegd op 18 juli 2024.
- ↑ Op basis van wisselkoers 31 december 2023: 98,563 roebel.[203]
- ↑ ICG 2004, p. 11, Gebaseerd op "Current Economic Causes of Conflict in Georgia", een ongepubliceerd rapport van het UK Department for International Development (DFID) uit 2002..
- ↑ Statistisch Bureau van Zuid-Ossetië 2024, pp. 24-25, Tabel 2.1, 2.3 & 2.4.
- ↑ Statistisch Bureau van Zuid-Ossetië 2024, pp. 87, 92-93, Tabel 10.1, Tabel 10.8..
- ↑ (en) Section 2: South Caucasus case study (English) In: Local business, local peace: The peacebuilding potential of the domestic private sector. International Alert. Geraadpleegd op 3 april 2022.
- ↑ Chapter Between pragmatism and idealism: businesses coping with conflict in the South Caucasus: "Customs duties on the import and export of goods to and from Russia make up 90 percent of the republic’s budget", via footnote 11 citing Dzhikaev, V. and Parastaev, A. (2004) ‘Economy and Conflict in South Ossetia’ in Champain et al op. cit.[209]
- ↑ Statistisch Bureau van Zuid-Ossetië 2024, p. 173, Tabel 17.1: "Налог на товары, ввозимые на территорию РЮО 154851,50".
- ↑ (en) Mikhail Delyagin (1 maart 2009). A Testing Ground for Modernization and a Showcase of Success. Russia in Global Affairs. Gearchiveerd van origineel op 18 oktober 2015. Geraadpleegd op 26 april 2022.
- ↑ (en) Olesya Vartanyan; Ellen Barry, If History Is a Guide, Crimeans' Celebration May Be Short-Lived. The New York Times (18 maart 2014). Gearchiveerd op 6 October 2014. Geraadpleegd op 26 april 2022.
- ↑ (en) Freedom in the World 2020 - South Ossetia. Freedom House (2020). Geraadpleegd op 10 juni 2023.
- ↑ (ru) Кокойты рассчитывает на расширение признания Юж.Осетии (Kokoity counts on expanding recognition of South Ossetia). Delovaya Gazeta (26 augustus 2009). Geraadpleegd op 3 april 2022.
- ↑ ICG 2010, p. 4, "The budget may have increased by half, from 2.7 billion roubles ($87 million) in 2009 to 4.3 billion roubles ($140 million) in 2010, but 98.7 per cent of the total is Russian aid".
- ↑ Statistisch Bureau van Zuid-Ossetië 2024, pp. 173-174, Tabel 17.1: Financiële steun ('Финансовая помощь РЮО Российской Федерацией') aan de Republiek Zuid-Ossetië van de Russische Federatie 7,4 miljard roebel (€75 miljoen) op een totaal budget van 9,2 miljard roebel (€94 miljoen)..
- ↑ (ka) ცხინვალთან სარკინიგზო მიმოსვლა ერთ კვირაში უნდა აღდგეს (Spoorverkeer naar Tschinvali moet binnen een week worden hersteld). Radio Tavisupleba (RFE/RL) (3 juli 2004). Geraadpleegd op 20 juni 2023.
- ↑ (ru) Транскавказская железная дорога в сфере внимания фундаментальных научных исследований (Transkaukasische spoorlijn in het aandachtsgebied van fundamenteel wetenschappelijk onderzoek). RES Agency (4 mei 2019). Geraadpleegd op 20 juni 2023.
- ↑ (24 mei 2018). Abkhazia and South Ossetia: Time to Talk Trade. ICG Europe Report (249) (International Crisis Group). Geraadpleegd op 2 juli 2023.
- ↑ (ru) Президент Южной Осетии поручил создать в республике Агентство по развитию туризма (De president van Zuid-Ossetië gaf opdracht om in de republiek een bureau voor toerismeontwikkeling op te richten). RES Agency (29 mei 2023). Geraadpleegd op 2 juli 2023.
- ↑ (ru) Туризм в Южной Осетии: необъятные перспективы республики (Toerisme in Zuid-Ossetië: enorme vooruitzichten voor de republiek). Sputnik Zuid-Ossetië (11 april 2022). Geraadpleegd op 2 juli 2023.
- ↑ (en) Samachablo. Georgian travel Guide. Geraadpleegd op 2 juli 2023.
- ↑ (ru) Южная Осетия (Zuid-Ossetië). Tutu Guide. Geraadpleegd op 2 juli 2023.
- ↑ (ru) Порядок въезда на территорию Республики Южная Осетия для иностранных граждан (De procedure voor binnenkomst op het grondgebied van de Republiek Zuid-Ossetië voor buitenlandse burgers). Ministerie van buitenlandse zaken van de republiek Zuid-Ossetië. Geraadpleegd op 2 juli 2023.
- ↑ Reisadvies Georgië. Ministerie van Buitenlandse Zaken. Geraadpleegd op 2 juli 2023.